1    2    3    4    5    6    7    8    9    10    11    12    13    14    15    16    17    18    19    20    21    22    23    24    25    DTE 82



Originele verschijningsdatum: 15 oktober 1981


DEEL 1 (Dubbelnummer Over The Rainbow en zo 9 & 10)
Vanuit Het Hoofdkantoor
Hallo beste Rainbow-fans,

Het is 1 oktober als ik kan beginnen aan het uittypen van de laatste rubriek voor dit blad, namelijk dit openingspraatje. Eindelijk! Dat is het woord dat ik kan verzuchten. Nog nooit heeft het zolang geduurd voor ons blad van de pers rolde! Het is vandaag precies twee jaar dat de fanclan officiëel van start ging. Een heuglijk feit en het gaat nog steeds goed met de fanclan. Het aantal leden is door de lange pauze flink gestegen. Ik dank de leden van het eerste uur voor de attente verjaarskaartjes die deze week zijn binnengekomen. Waarom is dit pas het eerste blad sinds april? Vele brieven met deze vraag heb ik ontvangen (en degenen die nog geen antwoord hebben gehad kunnen dat nu lezen).

"Over the rainbow en zo" nr 9 zou oorspronkelijk de week voor het konsert van Rainbow op 13 juni verschijnen. Het blad was inderdaad klaar maar de kwaliteit van de foto's was zo slecht dat ik besloot het blad niet te versturen. Het blad is qua kwaliteit de afgelopen twee jaar steeds beter geworden en deze stap terug wilde ik niet. Vandaar dus in juni geen blad. Daarna werd besloten om, net als vorig jaar ook gebeurde, twee bladen tegelijk, een dubbelnummer te maken. Dat ligt nu dus voor je. De nummers 9 en 10 tegelijk. Ik had dit eigenlijk gepland voor augustus. Maar dat was ook onhaalbaar. Ten eerste ging iedereen in juli op vakantie. Toen ben ik zelf in augustus op vakantie geweest in Engeland (je leest er genoeg over in dit blad). Ten tweede het volgende. Je merkt al dat dit stukje in de ik-figuur wordt geschreven. Dat komt zo. Momenteel doe ik alles in mijn eentje, omdat de andere jongens eenvoudig geen tijd hebben. Hans is kok en moet zes dagen in de week (vaak over-)werken. Wim heeft ook werk, heeft daarnaast nog een avondschool, waarvoor hij ook nog weer het nodige huiswerk moet maken. Hank tenslotte is vertegenwoordiger en is de hele week van huis. Blijf ik dus over. Niet dat ik dat erg vind, maar op deze manier moet ik dus alle mogelijke tijd besteden aan de fanclan. Hopelijk heb ik nu duidelijk gemaakt waarom het allemaal zo lang heeft geduurd. Maar ik dacht dat het wachten de moeite waard is geweest. Dit superdikke blad (meer dan tachtig pagina's) geeft meer dan genoeg leesplezier.

Er is nogal wat materiaal blijven liggen. Dat komt in het volgende blad. Konsert en LP-recensie van Michael Schenker (grandioos konsert overigens). Om een voorbeeld te noemen. Behalve het maken van het fanclanblad zijn er ook nog andere dingen. Ik ben al weer een tijdje bezig aan een boekwerkje over het leven van Ritchie Blackmore (niet schrijven wanneer het het klaar is, want is nog niet te zeggen). Ook een Nationale Rainbow Fan Meeting ligt in het verschiet. Vooralsnog, veel leesplezier en tot de volgende keer.

Gerrit



INTRODUCING  BOBBY "HIT 'EM" RONDINELLI


Toen ik de eerste foto's van Rainbow's derde drummer onder ogen kreeg, wist ik meteen waar ik hem eerder had gezien: een paar dagen na het Monsters of Rock gebeuren in het Londonse Holiday Inn Swiss Cottage waar Ritchie mij had uitgenodigd voor een party na zijn gastoptreden bij Girl (zie het oktober-nummer van vorig jaar). Hij is een stevige vent, waar de kracht van uitstraalt, ook al door zijn indrukwekkende bos krulhaar.

Bob is nu het jongste lid van de band. Hij is op 27 juli 1955 geboren in Brooklyn, New York. Hij heeft donkerbruine ogen, zwart krullend haar en is ongeveer 1.70 meter lang. Zoals intussen bekend mag worden verondersteld is Bob ook drumleraar.

Hij speelde tot voor kort in de groep 'Samantha'. Het is ons niet bekend of deze groep platen heeft gemaakt. Zijn eerste groep had hij een jaar, nadat hij was begonnen te drummen. Op zijn twaalfde speelde hij in het groepje TUSK. Aan zijn naam is al te merken dat Bob Italiaans bloed in zijn aderen heeft stromen. Zijn favoriete eten is dan ook italiaans.

Op het podium zal Bob net als Cozy gebruik maken van een dubbele bass-drum. Enkele snare-drums zijn al heel oud (wat zeg ik: antiek). Zo gebruikt hij een 1930 Leedy 6½ x 14" white pearl wood. Bob is een fanatiek verzamelaar van oude drumkits.

Kortom: we kunnen niet anders zeggen dat Bobby Rondinelli een drummer in hart en nieren is. Tenslotte nog iets voor de dames onder ons (en dat worden er steeds meer). Bob is nog vrijgezel (net als Joe) en geeft de voorkeur aan brunettes. So Bob, we wish you a good time working with Rainbow.



IT 'S  JOE LYNN TURNER


Om precies te zijn, 28 november vorig jaar werd bekend gemaakt dat JOE LYNN TURNER Graham Bonnet had vervangen bij Rainbow. Toch een vrij onverwachte gebeurtenis hoewel we intussen aan dat soort dingen gewend zijn geraakt in de afgelopen zes jaar. De vraag is steeds: Who's the next to quit? De meesten van ons zei de naam Joe Lynn Turner helemaal niets en de brieven bekijkende die we de afgelopen maanden ontvingen, zitten er onder jullie ook maar weinig die iets van de nieuwe zanger afwisten. Goed, na een half jaar zijn we toch al een eindje verder en we hopen binnenkort meer bijzonderheden te krijgen.

Joe werd geboren op 2 augustus 1951 in New Jersey. Hij is zo'n 1.68 meter lang, heeft bruine ogen en bruin haar. Joe heeft lezen als hobby en ook joggen is een liefhebberij van hem. Ritchie omschrijft hem als een kombinatie van Lou Gramm en Paul Rodgers. Kwa uiterlijk en lichaamsbouw heeft hij wel wat van Ronnie Dio.

Over zijn muzikale carrière tot nu toe is ons nog niet zoveel bekend. De europese toernee van Rainbow zal voor hem de eerste kennismaking met Europa zijn. Joe Lynn speelde tot voor kort in de groep Fandango, waarvan minstens één LP is uitgebracht. De exacte details hebben we nog niet, maar we zullen erop terugkomen als we zover zijn.

Joe zong niet alleen in de band, hij speelde tevens slag- en sologitaar. Ook bij Rainbow-gigs zal hij zo af en toe de gitaar ter hand nemen (hetgeen ons wel verrast).

Ritchie had Joe al een tijdje in de gaten gehouden, terwijl Graham nog in de band zat. Toen het juiste moment daar was, werd Bonnet de laan uitgestuurd (Graham is zelfs meegeweest naar Kopenhagen) en direkt door Joe Lynn Turner vervangen. Good Luck!



RAINBOW
EURO-TOUR '81

SUPPORT ACT: DEF LEPPARD


Op veelvuldig verzoek is hier een overzicht van de hele EURO-TOUR '81 van Rainbow. 26 Konserten in 36 dagen betekent een vrij intensieve tour. Ruim 200.000 mensen zullen de band live kunnen zien.
03.06 Gothenburg
04.06 Stockholm Sweden
05.06 Copenhagen Denmark
07.06 Helsinki Finland
10.06 Essen Germany
11.06 Paris France
12.06 Lille France
13.06 Rotterdam Netherlands
14.06 Hannover Germany
16.06 Wurzburg Germany
17.06 Luxemburgh Luxemburgh
18.06 Cologne Germany
19.06 Bruxelles Belgium
21.06 Berlin Germany
23.06 Stuttgart Germany
25.06 Hamburg Germany
26.06 Frankfurt Germany
27.06 Munich Germany
29.06 Heidelberg Germany
30.06 Lausanne Switzerland
01.07 Grenoble France
02.07 Barcelona Spain
03.07 Madrid Spain
05.07 San Sebastian Spain
07.07 Nantes France
08.07 Brest France
Scandinavium
Isstadion
Brondbyhallen
UKK hall
Grugahalle
Palais d'Hiver
Palais Sant Saveur
Ahoy Hall
Niedersachsenhalle
Diem Halle
Kockelscheur
Sporthalle
Forest Nationale
Waldbuhne
Sindelfingen
Ernst Merck Halle
Fest Halle
Sedl Mayer Halle
Rhein Neckar Halle
Palais De Beauleau
Alpexpo
Plaza De Toros
Roma Valero
Velodrome Hall
La Baugeoire
Parc d'Exposition
  9.500
  8.400
  4.700
  4.000
  7.500
  6.000
  3.000
  7.500
  4.500
  6.000
  3.500
  8.000
  8.000
20.000
  5.500
  5.500
10.000
  6.000
  5.000
  3.500
  4.000
20.000
20.000
17.000
  8.000
  5.000
UK TOUR


Aansluitend op de Euro Tour volgen enkele konserten in Engeland.
10.07 Edinburgh UK
11.07 Edinburgh UK
14.07 LeedsUK
15.07 Hall Leicester UK
16.07 Leicester UK
18.07 Stafford UK
19.07 Stafford UK
20.07 St. Austell UK
22.07 Manchester UK
23.07 Newcastle UK
26.07 London UK
27.07 London UK
Ingliston Showground
Ingliston Showground
Queens Hall
Grandby Hall
Grandby Hall
Bingley Hall
Bingley Hall
Cornish Coliseum
Bellevenue
Castle Hall
Hammersmith Odeon
Hammersmith Odeon
Zoals in het vorige nummer al is gezegd, heeft Rainbow haar eerste uitgebreide Amerika-tour gedaan. Samen met Pat Travers vormde Rainbow de top-attraktie met als voorprogramma Saxon. Er werden tussen 10 maart en 12 mei 45 konserten gedaan (in 63 dagen welgeteld).

De Amerika-toernee heeft voorzover we het nu kunnen bekijken geen definitieve doorbraak voor Rainbow veroorzaakt. De "Difficult To Cure" LP is blijven steken tussen 70 en 80 in de diverse LP lijsten, terwijl "Down To Earth" bij Billboard 69 als hoogste positie bereikte.

De kritieken in amerikaanse bladen zijn over het algemeen positief geweest, terwijl ook de eerste reakties op de tour bevredigend waren.



RAINBOW
LIVE IN DEUTSCHLAND


Woensdag 10 juni. Half tien 's morgens. Piepend stopt de Loreley-Express op het station in Arnhem. Einsteigen bitten und Türe schliessen! Wir wünschen Ihnen eine gute Reise! In deze internationale trein is maar weinig plaats. De meeste plaatsen in deze trein (die nog zal doorrijden tot Rome) zijn gereserveerd voor vakantiegangers. Nadat ik vier keer mijn paspoort heb laten zien en we de duitse grens al lang gepasseerd zijn, vind ik toch nog een plekje. Na stops in Emmerich en Wesel moet ik in Oberhausen 'umsteigen' in de S-bahn naar Essen Hauptbahnhof. Het is kwart over elf als ik daar aankom en een taxi neem naar het Park Hotel, dat naast de Grugahalle staat. Snel eten, pilsje en op naar de Gruga, waar ik heb afgesproken met Horst Fleckhaus, die de hele europese toer meereist, samen met Brad van de engelse fanclub.

Horst en Brad vertellen me dat de eerste gigs van de euro-toer uitstekend gegaan zijn. Om drie uur moet de band arriveren voor de sound-check, maar van Rainbow is geen spoor te zien. Het wachten begint vervelend te worden. De installatie staat al lang klaar. De roadies spelen herhaaldelijk een bandje af (met o.a. "Highway Star") om de akoestiek van de zaal te testen. Ook van Ian Broad, onze belangrijkste kontaktman, is niets te zien. Om half vijf komt eindelijk een bericht door: Def Leppard en Rainbow hebben het vliegtuig gemist. Pas om half zeven komt het gezelschap aan. Het is dan al te laat om een soundcheck te doen, want er zijn al mensen binnen. Zou Ritchie het als perfektionist aandurven een konsert te doen zonder soundcheck? De spanning is bij iedereen back-stage van het gezicht af te lezen. Om kwart over zeven komt uit de kleedkamer het groene sein. Gelukkig, het gaat door.

Precies om acht uur begint Def Leppard aan hun 'opwarmings-set'. Ze spelen 35 minuten materiaal van hun beide LP's "On through the night" en de nieuwe "High'n'dry". Het is duidelijk dat deze jonge groep veelbelovend is maar nog erg veel moet leren. Na een pauze, waarin de bekende band met 'gouwe ouwe' als "Locomotive breath" van Jethro Tull, "Sunshine of your love" van Cream, "Hey Joe" van Jimi Hendrix en "Fire" van Arthur Brown te horen is, wordt om precies half tien de tape met "Land of hope and glory" gestart. De "countdown" van vorig jaar blijft achterwege.

Wel is er nog steeds Judy Garland met haar "Over the rainbow", waarna Don, Roger en Bobby (als op "On Stage") inzetten. Ze houden lang aan om de geluidsmensen de gelegenheid te geven om het geluid zo snel mogelijk te regelen. Pas na een minuut of twee verschijnt dan eindelijk Ritchie op de rechterkant van het podium, maar zet veel te hard in, zodat de P.A. kasten aan zijn kant beginnen te kraken. Opnieuw moeten de technici de zaak bijstellen.

Aan de monotone dreun lijkt geen eind te komen, maar eindelijk zet Ritchie dan "Spotlight Kid" in en komt Joe Lynn Turner de buhne op. Maar zijn stem verzuipt in het kabaal dat de anderen maken. De eerste twee koepletten gaan volledig de mist in. Ook uit de soli van Don en Ritchie is weinig op te maken.

Het is een muur van geluid, maar wel één die zo in elkaar is gezet dat de stenen niet te zien zijn. Ik houd het maar op het ontbreken van een soundcheck. Net als bij de vorige toer is "Love's No Friend" het tweede nummer van de show.

Joe is nu duidelijker te horen. De tempoversnelling à la "Mistreated" brengt de duitse fans op temperatuur. Ritchie legt zijn eerste goede solo neer. Joe vertelt dan dat het de eerste keer is dat hij in Duitsland is en blij is hier te zijn.

Don verzorgt dan een kort klassiek intro voor "I Surrender". Opnieuw speelt Ritchie aan het eind een solo, sterk gehinderd door een ontstemde snaar. Jammer. Verrassend is het om te merken dat "Man on the silver mountain" zo vroeg in het programma zit. Joe zingt het nummer met een andere melodielijn dan we gewend zijn. Een vreemde gewaarwording. Steeds als ik wil meezingen, zingt hij de tekst anders. De solo van Ritchie klinkt ook al merkwaardig. Hij speelt niet zozeer de melodie, maar tovert meer een klankenreeks. Er valt weinig uit op te maken; een geluidsbrij is misschien het juiste woord. Dan vraagt Joe om stilte en kondigt aan "here's a song you all know". Ritchie speelt eerst het al oude "Greensleeves" thema, begeleid door het licht van honderden aanstekers. Het is een toverachtig schouwspel. En dan is er.... "Catch The Rainbow". Het wordt in één woord schitterend gezongen door Joe. Met gesloten ogen is er nauwelijks onderscheid te horen met de stem van Ronnie Dio. Waar Graham Bonnet faalde (volgens Ritchie kon hij dit soort songs niet vertolken), slaagt Joe wel. De solo van Ritchie gaat volledig mis door het weigeren van het Sony-tapedeck dat de echt moet weergeven. Ritchie houdt de solo dan ook erg kort.

"Do you want some rock and roll" vraagt Joe en een overvolle zaal wil niet anders. "Can't Happen Here" is next. Joe heeft duidelijk moeite om het tempo bij te houden. Hier en daar gaat hij aardig in de fout. Dan verlaat iedereen het podium, op Don na, die een swingende op "Close Encounters" gebaseerde solo lanceert inklusief een geinig boogie-fragment. In die vijf minuten laat Don nogmaals zien dat hij de afgelopen tien jaar voldoende ervaring heeft opgedaan en vooral zijn synthesisers beheerst. Zonder twijfel is hij de beste keyboard-speler die Rainbow heeft gekend.

Dan verschijnt iedereen weer en is het Bob die "Lost In Hollywood" introduceert. Nu blijkt het grote verschil tussen Turner en Bonnet. Graham kan enorm hard uithalen, terwijl Joe dit zware werk niet aankan. "Hollywood" is op het lijf van Bonnet geschreven. Via het middenstuk komen we bij Beethoven's Negende, die met luid gejuich wordt begroet. Joe Lynn Turner heeft inmiddels zijn Fender Silver Anniversary omgehangen en speelt lustig een deuntje mee, hoewel hij nauwelijks te horen is.

Maar het is een uniek gezicht: Blackmore die een tweede gitarist naast zich duldt. In voorgaande jaren werd het stuk heel opbouwend gespeeld (een rustig begin met een klimaks erna). Nu wordt gewoon de LP-uitvoering gespeeld. Tijdens het middenstuk springt er een snaar van Ritchie's houtwerk en hij verdwijnt lachend van het podium. Even lijkt het opzet. Het orgelstuk volgt en het nummer wordt zonder Ritchie afgesloten. Dan is het de beurt aan Mr. Rondinelli.

Tot dusverre heeft hij een vrij onopvallende (in de zin van: je hoort het verschil met Cozy niet of nauwelijks) maar funktionele rol gespeeld. Maar nu dan voor het eerst een drumsolo bij Rainbow. Geen Tchaikovsky's 1812 Overture meer, maar Bobby de drumleraar on the drums. Wel, qua techniek lijkt Bob me beter dan Cozy, hoewel dat in deze solo niet helemaal uit de verf komt. Op zich wijkt de solo weinig af van wat de gemiddelde drumsolo's laten horen. Tot het moment dat Bob een hele serie drumsticks de zaal inslingert, niet zonder gevaar overigens als zo'n stuk hout in je buurt terecht komt. De manier, waarop Bob dit doet, is toch heel apart. Hij slaat de onderkant van de bekkens geeft de stok dan een vreemd soort effekt mee, waardoor deze snel gaat draaien en de zaal invliegt. Vervolgens gaat hij verder met zijn blote handen. Dit is iets nieuws en het klinkt niet gek. Zou er dan toch indianenbloed in hem zitten? Dan pakt Bob een soort hamer, laat deze uitgebreid aan het volk zien met een trots gezicht en begint daarmee een grote gong (meer dan een meter doorsnee) te bewerken. Bob's solo duurt mij persoonlijk iets te lang. Maar het is toch prettig om eens niet die voorspelbare solo van Cozy te horen.

"Long Live Rock'n'Roll" is het volgende onderdeel. Ritchie is na tien minuten afwezigheid weer terug. Ik zet haastig mijn zonnebril op, omdat er zeker weer met die felle witte verstralers gewerkt zal worden. Deze zijn boven het podium gemonteerd en op de zaal gericht. Net zoals Dio het vroeger in dit nummer deed, doet ook Joe het bekende community-singing-spelletje met het publiek. Natuurlijk slaat het aan. "Long Live" is tenslotte een waar Rainbow-volkslied geworden. Met een kort 'goodnight' verdwijnt Joe met de band en wordt het donker. Het is tien over half elf. Massaal klinkt het 'zugabe, zugabe' en we hoeven er niet lang op te wachten. Ritchie is a1s eerste terug en begint onder uitbundig applaus aan "Vielleicht das nachster Zeit", maar breekt het halverwege al af om de beginakkoorden van "All Night Long" in te zetten. Opnieuw konstateer ik dat Joe een typisch Bonnet-nummer niet aankan. Aan het slot gaan Joe en Ritchie een ouderwets gitaar-zangduel aan.

(remember "Strange Kind Of Woman"). Het slaagt voortreffelijk. De groep verdwijnt in de duisternis, waaruit na korte tijd het intro van "Lazy" klinkt. Net als in voorgaande jaren wordt het stukje kort en krachtig ten gehore gebracht. Ritchie wacht even en speelt dan "Woman From Tokyo"!! Ik val bijna om van verbazing. Ook hier beperkt Ritchie zich tot het intro en komt dan op de proppen met het intro van "Smoke On The Water". Net als ik denk dat het hier ook bij het intro blijft, blijkt dat het hele nummer wordt gespeeld. Er komt rook op het podium en Joe zingt over "the recording of Machine Head".

Het publiek is doorgedraaid en vindt alles prachtig. Opnieuw wordt het donker. De spanning stijgt. Komt Rainbow terug voor de derde keer? En ja hoor, opnieuw is het Ritchie, die als eerste terug is. Het hele konsert heeft hij op zijn melkwitte Fender gespeeld, maar wie dicht bij het podium staat, kan zien dat hij nu een merkloze Fender imitatie om zijn nek heeft. En dat betekent "rammen". Met Roger, Bob en Don wordt een instrumentaaltje opgebouwd, waaruit na enige tijd de solo uit "Kill The King" te voorschijn komt. Vervolgens gaat Ritchie verder onder het motto 'hij klopt en hij veegt en hij zuigt'. De gitaar gaat in mootjes, Ritchie hangt de echte Fender weer om en er komt nog een korte reprise van "Long Live".

Drie toegiften hebben we gehad. Er is nauwelijks nog iemand die om meer vraagt. In de duisternis weerklinkt Judy Garland's "Somewhere over the rainbow". De eerste mensen vertrekken al naar buiten en ik besluit me weer backstage te begeven. Ik ben net achter het podium als ik bijna omver wordt gelopen door Bobby Rondinelli, die weer achter zijn drumkit klimt. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat er nog een vierde toegift komt en ik denk dat Bob iets vergeten heeft. Maar als ik ook Roger en Ritchie richting podium zie gaan, begrijp ik dat het menens is. Bliksemsnel loop ik weer om het podium naar de voorkant. Wat een vreemd gezicht: een half lege zaal, Rainbow komt weer terug!

In een hoog tempo wordt het oude Jimi Hendrix nummer "Fire" gespeeld. De zaal stroomt weer vol en net als na een minuut iedereen weer in de zaal is, stopt de band. Verbaasde gezichten alom! Maar weinigen zullen het gevolgd hebben. Was dit nu weer zo'n typische Blackmore-joke? De zaallichten gaan nu aan en het is duidelijk dat het definitief afgelopen is. Het is tien over elf. Ik ga naar de zijkant van het podium, waar de roadies hun werkzaamheden al zijn begonnen. Colin Hart loopt als een druk baasje heen en weer en zegt me dat ik op een seintje moet wachten voor ik richting kleedkamers kan gaan. Het is logisch dat de heren eerst even douchen en omkleden. Het wachten duurt erg lang. Eindelijk geeft Ian Broad het teken dat ik kan komen. Ritchie staat in een dikke jas al klaar om te vertrekken. Hij zegt nu geen zin te hebben in een gesprek. Maar als ik voorstel om in Rotterdam af te spreken, gaat Blackmore akkoord. Dan de anderen maar proberen. Roger, Joe, Don en Bob zijn nog druk bezig met handtekeningen-jagers. Eindelijk krijg ik Don te pakken.

Don, vorig jaar sprak je over plannen voor een solo-plaat. Hoe staat het daarmee?

Don: Het afgelopen jaar ben ik erg druk geweest. Aan die plaat ben ik nog niet toegekomen. Ik heb vrij veel studiowerk gedaan; Michael Schenker's eerste LP, Ozzy Osbourne en ik zal ook te hoen zijn op Cozy's tweede plaat. Cozy is nog steeds een goede vriend van me. Daarna moesten we de studio in voor "Difficult To Cure" en daar had ik aanzienlijk meer werk dan met "Down To Earth". Ritchie was erg down en zag het soms helemaal niet zo zitten. Maar Roger heeft ons er goed doorheen geholpen, maar om op je vraag terug te komen; deze worldtour zal nog tot en met september draaien. Dan hebben we twee maanden vrij en die tijd zou ik kunnen benutten om mijn solo-projekt te realiseren.

Ik ben wel erg nieuwsgierig hoe dat gaat klinken. Kun je er al iets konkreets over zeggen?

Don: Nou, ik heb een heleboel losse dingen geschreven, die van erg uiteenlopende aard zijn. Het definitieve resultaat zal pas in de studio ontstaan. Het zal in ieder geval erg gevarieerd zijn.

Wie zullen er meedoen?

Don: Ik heb een aantal oude vrienden benaderd, maar er heeft nog niemand een definitieve toezegging gedaan. Ik hoop Cozy te krijgen en mijn droom zal werkelijkheid worden als Jaco Pastorius de bas wil doen.


Roger komt erbij staan en geeft ons een drankje (niet te pruimen trouwens: een mix met jus d'orange). Hij ziet er moe uit en lijkt ook geen zin te hebben om te praten.

Je ziet er moe uit, Roger.

Roger: Ja, het was een vermoeiend dagje. Vliegtuig gemist, lang wachten en dan een lange autorit. It's no fun

En hij loopt meteen weer weg. Joe komt ook nog even langs. Hij ziet er opmerkelijk monter uit. Zijn donkere huid kontrasteert met een wit t-shirt. Hij is net zo klein als Ronnie Dio.

Je ziet er gelukkig uit, Joe

Joe: Dat ben ik ook. Het is de eerste keer dat ik in Europa ben en ik geniet van iedere minuut. Het is hier allemaal zo veel kleiner en intiemer dan in Amerika.

Hoe kwam je bij de band?

Joe: Heel plotseling. Het schijnt dat Ritchie me al een tijdje in de gaten had. Op een avond kreeg ik een telefoontje en het was gepiept.

Bob: (die er intussen bij is komen staan) Ja, hij is zo gelukkig als een kind.

Ja, jij hebt tenminste een inwerkperiode gehad. Je was al bij de groep betrokken toen Cozy er nog was.

Bob: Dat is niet helemaal waar. Het enige konsert dat ik van Rainbow zag was op het Monsters of Rock-festival. Maar je hebt wel gelijk in zoverre dat ik wel uitgebreid kontakt heb gehad met Ritchie voor dat festival.

Bob, een paar dagen na dat festival was ik in London. De dag na dat feestje in Holiday Inn deed ik een interview met Graham Bonnet. Kort daarop zou vertrokken worden naar Kopenhagen. Ik had de indruk dat de goede man toen nog niet wist dat hij ontslagen zou worden.

Bob: Ja, dat klopt. Maar Ritchie was niet zo erg tevreden met Graham maar wilde toch niet het risico nemen zonder zanger de studio in te gaan. Hij had Joe wel op het oog, want hij vond hem op Fandango's "One Night Stand" erg goed omdat zijn stem zo veel op die van Paul Rodgers leek. Maar op dat moment was het nog niet zeker of Joe erbij zou komen. Daarom ging Graham toch mee naar Kopenhagen.

Om kort daarna als een geslagen hond de laan te worden uitgestuurd!

Bob: Wel, als je het zo wil zeggen, ja.

(aan Joe) Bob noemde net Fandango. Vertel daar eens van.

Joe: De platen zijn alleen in de VS en Canada uitgebracht. Inderdaad is "One Night Stand" de bekendste plaat. Het is geen hard-rock zoals Rainbow maar ik kan niet ontkennen dat het vrij stevig was. Ik speelde ook gitaar, samen met de solo-gitarist Rick Blakemore schreef ik de meeste songs.

Je speelt nu ook gitaar, weliswaar in één nummer, maar denk je dat zich dat in de nabije toekomst zal uitbreiden?

Joe: Only time will tell.

Dan geeft Colin Hart het teken dat er vertrokken moet worden. Iedereen heeft nog een lange autorit af te leggen van Essen naar Keulen, waar de groep in het Intercontinental Hotel logeert. Helaas is de afstand te groot (te duur) om per taxi af te leggen. Ik neem afscheid van Roger, Bob, Joe en Don, wens ze sukses en hoop ze zaterdag in Rotterdam te zien. Terug in het park Hotel duik ik nog even de bar in om een pilsje te drinken. Wie schetst mijn verbazing als ik zie dat de hele bar vol zit met uitbundige Rainbow fans, die ook in het hotel logeren. Zonder te veel details te vertellen, wil ik best kwijt dat het die nacht nog heel gezellig en heel laat werd met veel Rainbow-muziek.

Gerrit

Dit verhaal heb ik geschreven op donderdag 11 juni. Nog voor het Ahoy-konsert. Dit, omdat ik dit verhaal misschien zou schrijven onder invloed van het Rotterdam konsert. En dat wilde ik voorkomen.



INFO STAND



We krijgen steeds meer post. Prima! Er worden steeds meer vragen gesteld. Prima! Maar sommige van die vragen zijn interessant genoeg om aan iedereen mee te delen. Daarom hebben we een nieuwe rubriek in het leven geroepen, "INFO-STAND", waarin we die zaken zullen behandelen. We zullen hierbij regelmatig gebruik maken van een gelijksoortige rubriek van de Engelse Official Rainbow Fanclub.

Kunnen jullie iets meer vertellen over de solo-single van Ritchie, "Get Away", uit 1965

Ritchie maakte inderdaad in 1965 een solo-single met die titel. De plaat werd in april 1965 uitgebracht op het Oriole-label met op de b-kant "Little Brown Jug". Het bestelnummer was CB 314.

Producer was Derek Lawrence, ook bekend van de eerste Purple-albums. Op de plaat speelden Ritchie met Carlo Little (drums - speelde met Ritchie bij Lord Sutch), Nicky Hopkins (piano - speelde ook met Ritchie bij Lord Sutch) en Cliff Barton (bas).

We kennen niemand die de plaat kent of gehoord heeft. Volgens één van de grootste kenners van de jaren 60-muziek, Bert Bossink (van The Fabulous Sounds of the Sixties), die zelf al tien jaar op zoek is naar de plaat, is het één van de meest felbegeerde collector's items.

Speelt Ritchie wel eens akoestische gitaar?

Ja, maar nooit on stage.

Wat was Ritchie's eerste band?

Dat was op zijn zestiende: Peter Jay and the Jaywalkers, nadat hij in mei 1961 had gesolliciteerd bij Lord Sutch's Savages. Bij Sutch werd hij in eerste instantie afgewezen omdat hij te onervaren was. Evenwel, een jaar later kwam Ritchie toch bij The Savages.

Ik zou graag wat geboortedata willen hebben.

Dit zijn de data van de huidige bezetting:

Ritchie - geboren op 14 april 1945
Roger - geboren op 30 november 1945
Don - geboren op 21 juni 1950
Joe Lynn - geboren op 2 augustus 1951
Bob - geboren op 27 juli 1955

Is er bladmuziek van Rainbow te koop?

Tot voor kort was dit niet het geval. Nu is er onlangs in Engeland een songbook verschenen van "Difficult To Cure", waarin je alle teksten en muziek kunt vinden. Je kunt het boek bestellen bij Panache Music LTD in London.

Hoe kwam Ritchie aan Jimmy Bain?

We hebben hier slechts een vermoeden. Jimmy speelde daarvoor in Harlot met Mick Dyche (gitaar), Mike Japp (gitaar) en Ricky Munro (drums). Nu is Ricky Munro een oude vriend van Ritchie. Beiden speelden in Mandrake Root, een groep die Ritchie tijdens zijn verblijf in Hamburg rond september/oktober 1967 oprichtte. Vermoedelijk was het Ricky die Ritchie wees op Jimmy. Zoals bekend heeft Jimmy nu zijn eigen band Wild Horses.

Waar zit Tony Carey tegenwoordig?

Het laatste bericht dateert van anderhalf jaar geleden. Toen zat Tony in Duitsland. Hij was gast op een eerste LP van EINSTEIN "First Principles" (WEA). Deze groep speelde als support-act bij Rainbow bij de duitse konserten vorig jaar.



WHITESNAKE

ARROGANTIE OVERHEERST - IRRITANT SLECHT GELUID
DE VEREENIGING, NIJMEGEN 15 APRIL 1981



In een goede stemming, ook al door het fraaie weer, vertrok ik woensdag 15 april 's middags naar Nijmegen om op tijd aanwezig te zijn bij de soundcheck van Whitesnake en een kansje te wagen de heren te strikken voor een gesprek voor de fanclan. Echter, de deuren bleven hermetisch gesloten voor een ieder die niet direkt iets met de groep te maken had, alle goede bedoelingen van MOJO-man Wim Veneman ten spijt. De enige glimp, die ik van de groep opving, was toen ze na een korte soundcheck haastig door de achteruitgang in de bus vertrokken. Verwarring was er alom het voorprogramma. Volgens de eerste berichten zou RIOT het voorprogramma doen, maar net voor we het vorige blad drukten werd bekend dat het franse TRUST zou komen.

Begin april werd ook deze band geschrapt. Wel, SLADE dan maar. Nee, ook niet. Uiteindelijk zou dan PRAYING MANTIS komen. Eindresultaat: geen support act. Om acht uur 's avonds sprak ik met Wim Veneman. Hij was niet bepaald in een goede bui. Wim: "Deze groep is onhandelbaar. Ze denken dat ze de hele wereld aan hun voeten hebben. Ze stellen de gekste eisen en weigeren elk kontakt met buitenstaanders. Zelfs mensen van EMI mogen er niet eens bij. Het liefst zie ik ze meteen nog vertrekken. Zo'n stel idioten heb ik nog nooit meegemaakt." Niet zo positief dus, maar ik wilde de moed nog niet opgeven.

HET KONSERT

Voor een niet uitverkochte Vereeniging startten iets na negenen de zes heren verrassend met "Walking in the shadows of the blues". De bijna traditionele opening "Come on" was blijkbaar van het programma geschrapt. In hoog tempo werd het programma afgewerkt. De nieuwe songs werden met applaus begroet. Het publiek had dus al gauw kennis gemaakt met "Come an' get it".

Oude songs werden luidkeels door de voorste rijen meegezongen. "Mistreated" was van een nieuw intro voorzien, terwijl ook Bernie's solo in dit nummer gewijzigd was. In de instrumental "Belgian Tom's hattrick" kon Coverdale zich een dik kwartier achter de coulissen vermaken, terwijl Jon, Ian, Bernie en Micky zich konden uitleven in uitgesponnen soli, waarvan de drumsolo van Ian Paice wel het minst aantrekkelijk was. Enkele andere songs die gespeeld werden: "Don't break my heart again", "Lovehunter" en "Till the day I die". De toegift was er ook: "Wine women and song", ingeleid door Jon Lord op piano.

Het konsert werd voor een groot deel verknald door het abominabel slechte geluid. Toetsen en gitaar waren soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden, terwijl van Ian Paice slechts de bonkende bass-drums doordrong. Het effekt van de bekkens was miniem. Het slechte geluid stoorde me dusdanig dat ik niet echt heb kunnen genieten. Eigenlijk bood het Whitesnake-gebeuren weinig verrassends. Alle intro's konden worden meegeklapt, de refreinen werden meegezongen en de afsluitingen klonken steeds hetzelfde.

Goed, de mikrofoonstandaard van David ging twintig maal de lucht in; Bernie en Micky omhelsden elkaar om op elkaars gitaar te spelen (zagen we Roger en Ritchie dat vorig jaar ook niet doen?); Bernie nam de akoestische gitaar ter hand voor "Till the day I die"; maar het hele gebeuren leed aan een te grote voorspelbaarheid. De inzet van de groep was niet erg overtuigend, met uitzondering misschien van Neil Murray. Men speelde routineus en plichtmatig, maar meer niet. David's gegil tussen de nummers begon uiteindelijk zelfs irritant te worden.

Nee, ik weinig goede woorden over Whitesnake's optreden te melden. En eigenlijk mogen de ruim duizend man blij zijn dat ze niet voor niets naar Nijmegen afgereisd zijn, want wat voor stunts David en Co de volgende dagen uithaalden kan onze belgische collega Marc Brans je in eigen woorden vertellen, nadat je moet weten dat het konsert in Sittard op 16 april niet doorging op het laatste moment en de groep op 18 april in het belgische Borgerhout zou spelen.

WAT ER IN BELGIE GEBEURDE

Hier zijn de bevindingen van Marc Brans: "Van de promotor vernamen we eerst dat de groep al op 16 april in hun hotel in België zou zijn. Op 16 april telefoneerden we verscheidene malen naar het hotel, maar van John Ward, de toermanager, geen spoor. De promotor vertelde toen dat de groep pas de achttiende 's morgens in het hotel zou arriveren. EMI wist verder te vertellen dat ze een telex uit London hadden ontvangen, dat er interviews konden worden gedaan na het concert, in het hotel.

's Morgens om half elf vertrokken we naar het Whitesnake hotel om eventueel wat meer te weten te komen, een kijkje te nemen bij het opstellen van het materiaal of bij de soundcheck. In het hotel deelde men ons mee dat de groep alweer vertrokken was en dat ze op 17 april in het hotel waren gekomen. De manager bleek nochtans al daar te zijn van 16 april, de dag dat wij verscheidene malen hebben gebeld. Aan de receptie bleek men niet erg opgezet met die 'rare jongens'. We dachten dat de groep nog zou terugkomen, maar ook dat werd ontkend. We zakten dan maar af naar zaal Roma, waar geen enkele aankondiging van het konsert te bespeuren viel. In een naburig café telefoneerden we naar de kaartverkoper van Roma en daar bleek dat het optreden was afgelast. Een reden was niet bekend. Hier was men evenmin te spreken over het gedrag van Whitesnake.

Om half zeven stond er al heel wat volk aan de ingang. Op een bord werd de melding geschreven dat het konsert was afgelast. We vernamen dat de groep de dag voordien had geklaagd over de te kleine afmetingen van het podium. Een ploeg arbeiders had daarom de ganse nacht doorgewerkt en het podium klaar gekregen de morgen van de 18e april! Om 9 uur moest dan de Whitesnake-crew komen om alles op te stellen, maar om tien uur was er nog niemand. Toen kreeg men een telefoontje met het bericht dat de groep al uit het hotel vertrokken was en dat het konsert van die avond niet zou doorgaan. De band kon zich de luxe blijkbaar veroorloven zonder verdere opgave van redenen.

De enige reden zal dus wel geweest zijn dat de ex-Purple's, die gewoon waren voor 10.000 of meer mensen te spelen, zich niet wilden verwaardigen om voor 1000 man te spelen, alhoewel er in Nijmegen blijkbaar ook niet meer dan 1100 mensen waren. In elk geval zijn er vele fans die meer dan 300 km gereisd zijn om niets. Heavy rock-fans zijn gekend om hun aanhankelijk, wel Whitesnake is die aanhankelijk niet waardig. Hopelijk worden ze ooit nog eens met die feiten gekonfronteerd, zodat ze wat minder hoog van de toren zullen blazen." Tot zover Marc.

Wel, wij zijn het totaal met hem eens. Hoe kort is het nog maar geleden dat Coverdale aan ieder die het wilde weten vertelde dat hij het fijn vond om in kleine zalen te spelen en met fans te praten na afloop van een konsert. Onze ervaring in Nijmegen hebben geleerd dat de heren zichzelf hebben verheven tot supersterren en daar is geen plaats meer voor de gewone fan. Marc, treur niet. Je hebt evenwel niets gezien, maar ook niets gemist. Hopelijk voor ons is Blackmore op 13 juni (Rotterdam) en 19 juni (Brussel) in dezelfde goede stemming als vorig jaar.

Gerrit



GILLAN

"WE WILLEN VAN ONZE SINGLES HITS MAKEN"


Mick Wall maakte onlangs één van de beste interviews, die ik ooit onder ogen heb gehad met Ian Gillan. Vanwege de grote lengte van dit Sounds artikel laat ik de inleiding weg en vallen we meteen met de eerste vraag in huis.

Vertel eens wat over de nieuwe LP "Future Shock".

Ian: We begonnen rond kerst op te nemen. Het duurde zo'n zes weken voor we klaar waren. De reden dat de plaat "Future Shock" heet, is dezelfde als waarom de vorige "Glory Road" heette. Zoals je kunt weten zijn beide titels bekende boeken.

Het boek "Future Shock" is geschreven door Alan Toffler. Zijn de teksten van de plaat geinspireerd door het boek?

Ian: Nou, beide genoemde titels zijn leuke gezegden, die een aardige centrale aanduiding vormen voor zover het de albums betreft. Ik bedoel, het is gebruikelijk om de titel van een boek voor zoiets te nemen. De meeste nummers zijn maar losjes gerelateerd aan het thema "Future Shock". Als je het boek leest, zul je merken dat geen enkel nummer iets met het boek te maken heeft. Ze hebben slechts een losse verhouding met die uitdrukking "Future Shock".

Meestal wordt er eerst een album opgenomen, waaruit dan een single gekozen wordt. Jij hebt nu eerst de single opgenomen en pas later besloten het op de LP te zetten.

Ian: "New Orleans" staat op de LP op aandrang van Virgin, wat waarschijnlijk een goede zaak is. We hebben een fanatiek album/konsert-publiek gehad, dat erg trouw was en ze hebben alles, wat we deden, gevolgd, wat er ook aan de hand was met de algemene publieke smaak op dat moment in de kommersjele muziek. Het laatste jaar bleek onze muziek samen te vallen met de smaak van het grote publiek in zekere mate, zodat we plotseling gekonfronteerd werden met hitsingles. Ik klaag er niet over en tegelijkertijd hebben we een breder publiek gekregen, dat we willen bereiken door de singles ook op LP's te zetten. Je moet echter ook zorgen voor het publiek dat je altijd is blijven volgen. Er is een zeker vertrouwen tussen hen en ons. Dus het kriterium wat je op single uitbrengt, of je het zelf geschreven hebt of niet, is of het nummer ook akseptabel is als live-nummer. Als je het niet live zou doen, kun je het beter niet overwegen, omdat je toch voor twee soorten publiek werkt.

Je laatste twee hits, "Trouble" en "New Orleans" zijn beide covers. Vind je het moeilijk om voor een single zelf een nummer te schrijven of te kiezen als single, die net zo snel de charts inknalt als deze twee?

Ian: Nee, we kiezen die singles opdat mensen bij de radio doordrongen worden van het feit dat we die singles maken omdat het hits moeten worden. We brengen geen singles uit om een LP te promoten of zoiets, maar omdat we WILLEN dat het hits worden. Tot vorig jaar namen we alleen eigen werk op, tot we besloten een cover op te nemen zodat de mensen zouden denken "well, ze moeten er wel serieus over denken om een hit te willen scoren". Maar de grondgedachte is dat we een simpel filosofietje hebben en dat is dat, wat we doen, werkelijk fijn vinden. Wat het meest geschikt is voor ons als band is de muziek die uit jezelf komt; welke bezetting je ook bekijkt.

In de vroege jaren 70 was het laatste wat ik kon verwachten Ian Gillan in Top of the Pops te zien.

Ian: Wel, je had Deep Purple een paar keer kunnen zien. We waren er met "Black Night", met "Fireball", met "Strange Kind Of Woman".

Werd het niet on-hip gevonden om singles uit te brengen?

Ian: Nee, dat was Led Zeppelin. Zij hebben nooit een uitgebracht. Ze waren van plan "Whole Lotta Love" als single uit te brengen, maar trokken het plan twee weken voor de release in. Ze zeiden dat het in strijd was met wat ze aan het doen waren. Ik geloof daar niet in. Ik vind dat de singlelijst een barometer voor de smaak van het publiek. Die lijst is momenteel buitengewoon.

AMERIKA BELANGRIJK; NIET LEUK

Je produceerde het album?
Ian: We deden het zelf. Ik heb mijn eigen studio, die ik tijdens Deep Purple gekocht heb. Ik heb er met Deep Purple nog opgenomen. Het heet Kingsway. Vroeger was het de Delane Lea Studio. Hendrix, Fleetwood Mac en de Animals hebben er in het verleden opgenomen. Leo Sayer nam zijn eerste twee LP's hier op. Steve Hackett en Paul McCartney zijn er geweest. John, onze bassist, produceert er veel groepen.

Voor Kerstmis zijn jullie naar Amerika geweest. Hoe ging het?

Ian: Ik had er geen lol in. Niet goed. Vanuit het gezichtspunt van het publiek en de artiest was het fantastisch. Qua aanpak was het een hel. Er zijn veel fouten gemaakt, vooral in het opzetten van de toer. Er was geen coördinatie tussen de platenmij en het agentschap, dat de konserten boekte en Virgin, dat de hotels besprak. Wat er plaatsvindt, is dat ze een album uitbrengen voor de radiostations en als het dan in de playlist terecht komt, wordt de plaat overal in de winkels uitgebracht. Maar de radio zit er zo overvol dat het bijna onmogelijk is om in één keer door te breken.

Er schijnt geen manier te zijn waarop een band, vooral een engelse band, air-play kan krijgen. Zie jij een oplossing?

Ian: Het meeste, dat de engelse bands doen, is zo bekrompen, en dat is al vijf jaar zo, dat het voor de internationale markt hartstikke dood is. Het prestige dat de engelse muziek genoten heeft, zeg maar in de tien jaar tussen de doorbraak van de Beatles tot de ondergang van Purple gaf de verzekering dat ALLE muziek die uit Engeland kwam ten minste met enig respekt beluisterd werd. Het had de frisse, eerlijke en energieke kwaliteit in zich. In de late jaren 70 heeft de engelse muziek een revolutie meegemaakt, die zelfvernietiging tot resultaat had. Waarschijnlijk een goede zaak op lange termijn, maar je hebt nu niet meer de openingen naar het buitenland, die ooit golden voor engelsebands. En de amerikaanse radiostations willen niets te maken hebben met alles wat lijkt op anarchie, het omverwerpen van het systeem, of iets dat mensen zou kunnen storen. Als je de amerikaanse politieke situatie bekijkt, zie je een duidelijke beweging naar rechts. Reagan is aan de macht en niemand bekent kleur als hij het maken wil. Nu is er bij de engelse radio een komplete omdraai van de rollen zoals ze in de jaren 60 waren, toen speelden ze namelijk op zeker. Je moest eerst audities doen voor de BBC voor ze toestemming gaven om te spelen. Niet alleen om je kunnen te bewijzen, maar ook om er zeker van te zijn dat je niet "shit" of zoiets tegen het publiek zou zeggen. In die tijd was de amerikaanse radio werkelijk te gek. Je on dag en nacht horen wat je maar wilde. Nu is de ommekeer daar. Nu laten de single-lijsten en de engelse radio precies zien en horen wat de precieze smaak van het publiek is. Het is grandioos. Ik kan nu tenminste opgewonden raken als ik in Engeland naar de radio luister.

Is het belangrijk voor jou en de band om door te breken in Amerika? Uiteindelijk is het de meest winstgevende markt ter wereld.

Ian: Nee. Het zou leuk zijn, maar we gaan niet terug, voordat alle stukjes en beetjes, zakelijkerwijs, uitgezocht zijn. En we gaan er niet naar toe om geld te verliezen. In deze amerikaanse trip investeerden we alle verdiensten van het afgelopen jaar en je weet dat er in deze business niet veel voordeeltjes te halen zijn. Ik bedoel, ik ga in mijn carrière nu zo'n 18 jaar op en neer. Ik heb drie hele goede jaren met Purple gehad en nu twee goede jaren met Gillan. Dat is dus niet zo'n groot deel en de opbrengsten zijn niet echt het bespreken waard. Dus is het belangrijkste voor ons om sukselvol te zijn in Amerika, op voorwaarde dat we het op onze eigen manier doen.


KOERSWISSELINGEN


De Gillan-band is in de loop der jaren van koers veranderd; van een soort jazz-fusie via de openlijke brutale heavy metal naar een meer sophisticated rock and roll-vorm. Waarin voelde je het prettigst?

Ian: Ik wil het niet omzeilen, maar het simpelste antwoord hierop is, dat de meest natuurlijke muziek die de samenstelling van een band voortbrengt vanzelfsprekend de beste is. Ik ben altijd in allerlei richtingen geinteresseerd geweest. De invloeden in mijn beginjaren waren sterk uiteenlopend. Ik vind dat, als je naar de Purple-albums luistert, ontdekt dat er VEEL kleur in de songs zit. De meeste ervan zijn erg kalm. Het is allemaal redelijk beschaafd. Tijdens "Clear Air Turbulence" en "Scarabus" was er sowieso een soort jazz-gevoel in de band en het was vrij vanzelfsprekend dat we dergelijke muziek gingen maken. Het was voor mij een goede leerschool om in een omgeving van muziek te zijn, waarin ik me niet eerder bevonden had. Maar we hebben veel fans ermee getart.

TOEKOMST EN HUMOR


Voor mij is "Future Shock" het opwindendste album tot nu toe. Als je er zo lang aan hebt gewerkt, hoe fris is het dan nog voor jou?

Ian: Eerlijk, ik voel me helemaal opgeknapt nadat we dit opgenomen hebben. Ik zit vol met ideeën. Ik ben net klaar met opnemen in de studio. We waren van plan later dit jaar een live-album uit te brengen, maar dat hebben we uitgesteld, omdat ik wil dat de band direkt in juli weer de studio in gaat voor het volgende studio-album.

De ideeën, die we nu hebben, zijn werkelijk opwindend, dus ik wil ze zo snel mogelijk kwijt. De band heeft momenteel veel energie. We gaan een engelse toernee van 43 konserten doen voor we naar het buitenland gaan. De nieuwe LP moet dan in oktober uitkomen, waarna de live-plaat volgend jaar zal uitkomen.

Feministen verzetten zich tegen wat ze noemen 'de seksistiche houding van je muziek/teksten'. Wat is jouw standpunt?

Ian: Er zit veel humor in onze muziek en ik denk dat veel mensen dat missen. We zijn erg satirisch zo je wilt, en wat we doen is ironisch. Sommige nummers op de nieuwe LP zijn opzettelijk provocerend. Ik vind het altijd moeilijk om mensen die vanuit de hoogte naar iemand om de één of andere reden schreeuwen serieus te nemen. Daarom in het bijzonder maakte ik dingen als "handles on her hips....your sister's on my list....cos she's got big tits" en allerlei andere dingen omdat het zo duidelijk spottend bedoeld is dat, als mensen zich er echt over gaan opwinden, ik vind dat ze geen gevoel voor humor hebben. Het is niet meer dan een aardige kronkel.

OVER "FUTURE SHOCK"


Vertel eens iets over de nieuwe songs?

Ian: We zullen een paar God's kinderen opwinden, want we hebben een nummer getiteld "No Laughing In heaven". Het gaat over iemand die besluit zijn leven te beteren voor hij doodgaat omdat hij in de hemel wil komen. Dus geeft hij het roken, het drinken en het rotzooien met vrouwen op. Hij bidt in de kerk, geeft geld aan de armen, hij doet alles. Uiteindelijk gaat hij dood en gaat dan omhoog, bijna slenterend in de lange rij.

Hij zwaait 'hallo' tegen Petrus, die zijn entreebiljet checkt en hem door de hemelspoort laat. En hij HAAT het. Er valt niets lolligs te beleven. Maar hij moet het er blijven uithouden. Doomed! Het is voor mij een te gekke song om te moeten zingen omdat het onderwerp zo bizar is. Het is moeilijk om nieuwe onderwerpen te verzinnen. Je kunt je houden aan seksuele onderwerpen, die me wel degelijk interesseren. Als ik geen interesse meer heb in seksualiteit of erotiek in akseptabele vormen, dan is dat de dag waarop ik ophoud te leven.

En je hebt nog de drank-nummers. Zij zijn meestal voortgekomen uit mijn eigen drankmisbruik door de jaren; een innerlijke boodschap om er mee te stoppen omdat ik daardoor al een paar keer in het ziekenhuis ben beland. Maar de meeste songs gaan over ware gebeurtenissen. Ik probeer alles wat ik schrijf te baseren op iets dat in me zit. "The Ballad Of The Lucitania Express" gaat over een lange treinreis die we moesten maken van Madrid naar Lissabon met die Express. Het was verbazend. We moesten door heel wat bergen en het duurde uren. Het was verschrikkelijk en er gebeurde onderweg zoveel, dat daaruit wel een song moest voortkomen.

Je hebt altijd al een talent gehad om werkelijke levenservaringen te verwoorden in een songtekst waarvan "Smoke On The Water" je favoriet is.

Ian: Da's waar. We hebben een nummer dat heet "Night Ride Put Of Phoenix". Dat gaat over een paardenritje dat ik op een avond na een konsert in Phoenix maakte. Met twee vrienden gingen we met paarden de woestijn in. Het was een verbazingwekkende ervaring. Het was volle maan en alles was stil. Alle kaktusbloemen bloeien 's nachts. Ze komen 's nachts uit om het vocht uit de lucht te trekken. De hagedissen leken lichtgevend op de rotsen. Het was een andere ervaring, vergeleken met wat je anders meemaakt. Dus maakten we er een song over. De waarheid is altijd veel wilder en in die kontakst geven de songs slechts de hoofdlijnen weer.

OPTREDEN IS EMOTIONEEL


Je hebt eens gezegd "GILLAN is in de eerste plaats een live-band". Hoe hou je het vol na 18 jaar nog steeds toernees van een maand te doen?

Ian: Voorla trots houdt me overeind. Ik ben echt opgefokt op een goede avond, als iedereen zijn top bereikt en we als eenheid net zo goed zijn. Ik ben er emotioneel dusdanig bij betrokken dat ik soms letterlijk kippevel krijg. Het zijn die momenten, om maar een cliché te noemen, die het optreden voor mij zo waardevol maken. Op zulke avonden zou ik mezelf in tweeën willen splijten en tussen het publiek gaan staan om de band te zien optreden. Ik ben trots op wat we doen.

NIET REVOLUTIONAIR


Wat heb je te zeggen tegen mensen, die tegen je afzetten alsof je iemand bent die de tijd wil terug draaien?

Ian: dat zijn de kritieken die zich tegen ons richten. Ik geloof niet dat wij ooit iets revolutionairs in onze stijl zullen hebben of nieuwe akkoord-strukturen zullen uitvinden. Maar er zal altijd een hechte relatie zijn met de echte wortels van onze rock'n'roll, zoals Elvis, Little Richard, Fats Domino en de blues-mensen als John Lee Hooker, samen met een zeker invloed uit de jaren 60, vooral de Beatles. Al die dingen vind je nu weer terug. En ik geloof dat ik wel muzikaal avontuurlijk ben geweest, en ik ben heftig bekritiseerd als mijn muziek drastisch veranderde. Dus wat kan ik zeggen? Binnen de kontekst van deze band spelen we wat er vanzelf uitkomt en dat is het beste wat je kunt doen als je oprecht voor jezelf wilt blijven. Dat is wel niet de hele mensheid naar de zin, maar ik ben er tevreden mee. Ik raak er wel opgewonden van.

Zijn er momenten uit je carrière die je nooit zult vergeten?

Ian: O God. Honderden. Te veel om op te noemen. Ik herinner me dat ik na shows in Zuid-London in elkaar geslagen werd. Ik herinner me dat ik huilde van emotie na het eerste optreden met Purple in de Speakeasy voor f 350,-. Ik kon niet geloven dat ik daar een deel van was geworden. Het was een perfekte band. Werkelijk, ik kan me alles herinneren.

Mick Wall, Sounds 1981



RONNIE JAMES DIO
EXCLUSIEF VOOR DE FANCLAN


Het begint er op te lijken dat ik tijdens mijn jaarlijkse bezoeken aan Engeland steeds op de juiste plaatsen op de juiste tijden ben. In 1979 kon ik de eerste drie optredens van de (toen) net vernieuwde Gillan-band zien in de Marquee Club in London, waarbij ik op de laatste avond en passant een gesprekje had met Bob Daisley.

Vorig jaar was ik enkele dagen na het Monsters of Rock-festival in de Marquee voor een optreden van Girl, waarbij Ritchie Blackmore tijdens de toegift op het podium verscheen om "Born to be wild" mee te spelen en ik uiteindelijk op een feest van de heren Blackmore en Glover terechtkwam. Afgelopen augustus was ik er weer, opnieuw bij Girl, en wie loop ik daar tegen het lijf? Juist, Ronnie James Dio. Hij logeerde in hetzelfde hotel als ik en we spraken af in de hotel-bar om twaalf uur middernacht.

Zo tegen kwart over twaalf kwam de kleine man met de grote stem binnengewandeld en ging, na eerst twee drankjes te hebben besteld, naast me zitten. Ik had hem in de Marquee al verteld dat ik uit Nederland kwam en daar de Rainbow Fanclan deed en dat iedereen hier wel graag wilde weten hoe het met hem ging (ja toch). Ronnie kon zich niet meer herinneren dat hij al twee keer eerder met mij had gepraat, maar dat was ook al weer zo lang geleden.

Wat is de reden van je verblijf in Engeland?

RD: We zijn met de promotors de campagne voor de nieuwe LP aan het voorbereiden. Die plaat moet, als alles goed gaat, eind september in de winkels liggen.

Wil je iets over het nieuwe album vertellen?

RD: De titel staat nog niet vast. We hebben nog vier mogelijkheden, maar het hangt af van het hoesontwerp. We kunnen namelijk uit vier ontwerpen kiezen. Aan de hand daarvan wordt de LP-titel bepaald. Muzikaal kun je de plaat het logische vervolg noemen op "Heaven and Hell". De grootste verandering is natuurlijk in het drumwerk. Zoals je weet is Bill Ward al weer enige tijd uit de groep en is hij vervangen door Vinnie Appice, de jongere broer van Carmine. Hij heeft weliswaar net zo'n loodzware drum als Bill, maar toch met een andere beat.

Wordt er weer met toetsen gewerkt?

RD: Ja, zo hier en daar wel.

Hebben jullie er ooit over gedacht om een vaste toetsenspeler aan te trekken of in te huren voor de konserten? Ik vind dat er zo hier en daar gaten vallen als Toni soleert.

RD: Ik heb er persoonlijk wel eens iets over gezegd. Ten slotte heb ik jarenlange ervaring in bands met toetsenspelers. Maar de andere jongens, vooral Geezer, willen er niet aan.

"Heaven and Hell" is door de Sabbath-fans erg positief ontvangen. Een recensent in Holland (Kees Baars) omschreef de plaat als 50% Sabbath en 50% Rainbow.

RD: Dat zou een kompliment voor mij zijn, in die zin dat het suggereert dat ik de helft van Rainbow zou zijn geweest en nu de helft van Sabbath ben. Dat is dus niet waar.

Maar je kunt toch niet ontkennen dat je een flink stuk opgedane ervaring bij Rainbow hebt meegenomen naar Sabbath. B.v. in "Lonely is the word" doet het synthesiser-gedeelte me heel sterk denken aan "Catch the rainbow" en de voor Black Sabbath ongekende felheid van "Neon Knights" plus de break in het midden roepen beelden op van Rainbow (ik doelde hier op "Kill the king").

RD: Ik moet toegeven dat je juist de nummers eruit pikt die mijn idee waren. Misschien heb je wel gelijk. Kijk, zo'n nummer ontstaat op een gegeven moment, heel spontaan, en je gaat niet bewust denken van: dat heb ik van Blackmore gezien en dat kan ik nu gebruiken.

Twee weken geleden (1 augustus) zou Sabbath optreden op de Heavy Metal Holocaust als headliner naast Motorhead. Op het laatste moment ging dat niet door en werden jullie vervangen door nota bene Ozzy Osbourne. Wilden jullie niet spelen omdat Motorhead na jullie zou spelen?

RD: Nee hoor, want we hadden ze toch weggespeeld (lacht). Nee, dat was het niet. We zaten op dat moment in de eindmix procedure en dat is een heel nauwkeurig werkje, dat we niet wilden onderbreken.

Ronnie, het is bijna vier jaar geleden dat ik je voor het laatst sprak. Dat was in oktober '77 in Den Haag. Je was toen vrij positief over Rainbow. Kort na het verschijnen van "Long Live Rock'n'Roll" lag je eruit. Wat was er gebeurt?

RD: "Long Live" was een hel. Voor die wereldtoer hadden Cozy, Ritchie en ik als trio een paar dingen opgenomen. Na die toer moest de plaat worden afgemaakt. We hadden toen David Stone en Bob Daisley erbij. Maar Ritchie was toen het probleem. Hij was veel afwezig. We zaten in één of ander oud kasteel in Frankrijk. Ritchie zat soms dagenlang in een torenkamertje en liet zich niet zien, terwijl wij ons kapot zwoegden op de basistracks.

Hoe was het dan toch mogelijk dat je kort na de release van de LP weg was?

RD: Op een gegeven moment werd me door Bruce (Payne - manager van Rainbow) verteld dat ik niet meer hoefde te verschijnen. Dat juist Bruce, met wie ik jarenlang heb gewerkt, me dat moest vertellen. Omdat ik het niet onmiddelijk geloofde, probeerde ik Cozy te bellen, maar die wist me ook niet meer te zeggen dan dat hij het ook betreurde, maar dat het niet anders was. Toen ik korte tijd later vernam dat ook David en Bob de zak hadden gekregen, was ik ervan overtuigd dat Blackmore definitief in de greep van de duivel was.

Wat ben je toen gaan doen?

RD: Ik ben wat gaan nadenken. Ik kon twee dingen doen: of een nieuwe band beginnen en weer helemaal onderaan de ladder starten, zodat ik weer even ver was als jaren geleden, of me aansluiten bij een wat bekendere band. Aanvankelijk zou ik iets met Bob Daisley gaan doen maar dat werd niets.

Het werd dus Black Sabbath. En Ritchie ging door met een nieuwe Rainbow. Heb je de groep nog gevolgd?

RD: Niet nadrukkelijk. "Down To Earth" heb ik wel gehoord. Door de komst van Roger klinkt Rainbow meer als een doorsnee rockband. De magische uitstraling is er vanaf. Ik heb ze een paar manden gelden in L.A. gezien en toen merkte ik dat er al weer een andere zanger was. Ik vond hem niet eens slecht, maar het repertoire leunt nog steeds op oude suksessen. Hoe Ritchie het in zijn hoofd haalt om "Smoke on the water" te doen, weet ik niet, maar bij mij had hij er niet mee aan moeten komen.

Dat is ook mijn kritiek. Wat wel een verschil is met Rainbow uit jouw tijd, is dat de band nu kommersjeel meer sukses heeft. Waaraan ligt dat volgens jou?

RD: Ik denk aan twee dingen. Ten eerste denk ik dat Ritchie heeft ingezien dat het geen zin heeft om ellenlange soli op een plaat te zetten. Ik vind "Stargazer" en "Catch the rainbow" nog steeds schitterende songs, maar op de plaat duren ze te lang om kommersjeel sukses te garanderen. En ik weet als geen ander dat Ritchie in zijn hart niets liever wil dan Deep Purple overtreffen. Verder is Ritchie, waarschijnlijk onder invloed van Roger, anders gaan komponeren. Een nummer als "All night long" was vijf jaar geleden niet mogelijk geweest.

Heb je er na je vertrek bij Rainbow nog over gedacht om je oude groep ELF opnieuw te formeren?

RD: Niet echt serieus. Wel heb ik geprobeerd om uit te zoeken waar iedereen zat. Tenslotte heb ik met die band jarenlang alle lief en leed gedeeld. Toen Ritchie de band overnam, hadden we even het gevoel van 'nu hebben we het gemaakt'. Het was een soort herkenning. Maar Ritchie stelde zulke ongelooflijk hoge eisen dat de andere jongens al gauw helemaal murw waren en verdwenen. Mickey Lee Soule en Mark Nauseef zijn nog steeds aktief, maar wel in steeds wisselende bands.

Wat zijn de toekomstplannen?

RD: Het belangrijkste is de nieuwe LP, die dus eind september moet verschijnen. We gaan eerst een amerikaanse toer doen. Verder heb ik enkele ideeën voor een solo-plaat. Hopelijk vind ik daar in de winter tijd voor.

Kun je al iets zeggen over die ideeën?

RD: Ik heb een paar dingen, die niet passen in het Sabbath-konsept, maar waar ik toch wel van hou. Wat oosterse dingen en een beetje romantiek.

Wie zullen er te horen zijn?

RD: Zoals ik net al zei, heb ik geprobeerd mijn oude ELF vrienden op te sporen. Als dat lukt, zal ik ze zeker vragen. Verder hebben Geezer en Toni ook al toegezegd. En dan, ondanks alle persoonlijke geschillen die ik met Ritchie heb, zou ik hem toch graag willen hebben voor die oosterse ideeën. Tenslotte is hij een groot meester in die vreemde toonladders. Ik heb muzikaal echt geen meningsverschil met hem.

Zit er een kans in dat Sabbath naar Nederland komt?

RD: We zullen zeker een europese toer gaan doen. Als er vanuit Nederland voldoende belangstelling is, zullen we zeker komen.

Als het aan de fans ligt, zal het geen probleem zijn.

Ronnie en ik bleven nog een poosje in de bar zitten. Het was half drie geworden en dat betekende 'the bar is closed'. Het was een leuke ervaring om na vier jaar weer met Ronnie te praten. Bij de vorige gesprekken (in '76 en '77 in Den Haag) bleek Ronnie een vlotte prater en daarin is hij niet veranderd. In Muziekkrant Oor stond onlangs ook een interview met Ronnie, gemaakt door Kees Baars. Enkele punten daaruit heeft hij mij ook verteld. Zo heb ik na het verschijnen van die bewuste Oor nogal wat telefoontjes gehad van leden, die vroegen hoe het nu zat met die schulden die Ronnie bij Rainbow zou hebben. Ik wil daar het volgende over zeggen, hoewel ik hier vanuit Rijssen ook niet in de financiële Rainbow-boeken kan kijken. Wat ik weet is, dat elk groepslid in vaste loondienst is bij de groep. Ieder verdient een vaststaand bedrag (dat natuurlijk wel eens verhoogd kan worden). Ten tweede WEET iedereen die bij Rainbow komt, dat er een bepaald bedrag in o.a. de geluidsapparatuur moet worden bijgedragen. Hoe groot die bedragen zijn kan ik met geen mogelijkheid zeggen. Tot slot is Blackmore na twintig jaar hard werken in de muziekbusiness behalve een uitstekend gitarist natuurlijk ook een keiharde zakenman geworden, laten we dat niet vergeten.



      EIND DEEL 1 (Dubbelnummer Over The Rainbow en zo 9 & 10)




© Rainbow Fanclan 1979-1984