1    2    3    4    5    6    7    8    9    10    11    12    13    14    15    16    17    18    19    20    21    22    23    24    25    DTE 82



Originele verschijningsdatum: 1 april 1981


Vanuit Het Hoofdkantoor
Hallo allemaal,

Vanwege het grote nieuws op pagina 4 is de oorspronkelijke tekst vervallen voor dit rubriekje. Toch nog even een paar zaken. We kunnen met ingang van nu zeer goedkoop grote Rainbow-posters leveren. Maak er gebruik van van, stuur de bon, die in bet midden van het blad zit, op. Gezien de verkoop van "Difficult to cure" mogen we aannemen dat er minstens tienduizend Rainbow-fans in Nederland wonen. Kijk eens om je heen en help leden werven. Je kunt er zelfs nog wat mee verdienen ook. Veel plezier met dit nieuwe nummer.

het bestuur



KONSERT AGENDA

TOURING IN HOLLAND (AT LAST)

RAINBOW


Kort na de release van "Difficult to cure" vertrok Rainbow naar Amerika. Na enkele try-outs in kleine clubs is de toernee aldaar van start gegaan. In juni wordt begonnen aan de europese toernee. Na een start in Finland daalt de groep af en rond 20 juni zal de groep in ons land een concert geven. Plaats en datum zijn nog niet bekend.

LET OP
STOP PRESS !


Op zaterdag 13 juni a.s. organiseert Wim Bosman een éénmalig optreden van RAINBOW in AHOY in Rotterdam!!!!!!

Jij kunt dit konsert van de eerste rij meemaken. De RAINBOW FANCLAN heeft de volledige eerste en tweede rij gereserveerd voor de leden (voor jou dus)!!!!!!

Dit zijn 80 (ja tachtig) plaatsen.

WAT MOET JE DOEN? (VOOR 25 APRIL A.S.)

Stuur een kort briefje met een antwoordzegel naar ons.
De eerste tachtig reakties komen in aanmerking voor een unieke plaats op 13 juni a.s.

WAT KOST HET?

De kaarten op de eerste twee rijen kosten f 35,00!
Betaal niet voor je van ons een antwoord hebt gehad.

KOM OP EN MAAK GEBRUIK VAN DIT EENMALIGE AANBOD!!!!
WEES SNEL EN ZIE RAINBOW LIVE OP DE EERSTE RIJ OP 13 JUNI!!!!

De officiële kaartverkoop bij de VVV begint op 25 april, maar laat het er niet op aankomen, want alleen leden van de fanclan kunnen nu op de eerste rij komen.

LET OP !!! WAARSCHUWING !!! LET OP !!!

OM REDELIJKHEID TE HANDHAVEN KUNNEN WE SLECHTS EEN KAART PER LID VERSTREKKEN!!


GILLAN


Eindelijk is het dan zover. GILLAN komt nu voor een serieus konsert naar Nederland.

Ook hier zijn plaats en datum nog niet van bekend, maar let op publikaties in muziekbladen. Het is elk geval in mei.

WHITESNAKE


Ook voor het eerst in ons land (een onbetekenend optreden op ALKMAAR POP '77 niet meegerekend).

15 april: Nijmegen - De Vereeniging
16 april: Sittard- Cultureel Centrum

Support act: TRUST
Aanvang beide konserten: 20.30 uur
Kaarten in de voorverkoop: f 20,-- Aan de kassa: f 25,--.


GO AND SEE RAINBOW, GILLAN AND WHITESNAKE ON STAGE!



WHITESNAKE
IS VOLWASSEN IN 81


In het eerste jaar van de fanclan hebben we erg weinig aandacht besteed aan Whitesnake. De platen hebben we wel besproken in PLAATPRAAT, maar dat was dan ook ongeveer alles. Niet dat we dat met opzet hebben gedaan, integendeel; maar er was vorig jaar zoveel nieuws over Rainbow, dat we aan Whitesnake niet toekwamen. Maar nu, met konserten in Nederland en een nieuwe LP "COME AN' GET IT" in het vooruitzicht kunnen we er niet langer omheen. Op de volgende pagina's gaan we na hoe WHITESNAKE in 1980 volledig uit de onbekendheid kwam en als volwassen band 1981 ingaat.

WHITESNAKE draait nu al weer geruime tijd in dezelfde line-up: David Coverdale (22 sept. 1951), Ian Paice (29 juni 1948), Jon Lord (9 juli 1941), Neil Murray (27 aug. 1950), Micky Moody (30 aug. 1950) en Bernie Marsden (7 mei 1951). In het voorjaar van 1980 toerde de band door Japan, alwaar de omstreden 1ive-LP "LIVE AT THE HAMMERSMITH" werd uitgebracht, samengeste1d uit een konsert uit 1978. Boze stemmen ontvingen dit bericht. Waarom werd de LP ook niet in Europa uitgebracht. Het resu1taat was dat enige tijd later deze plaat als peperdure importplaat in diverse winkels te koop was. Tien pond in Engeland was normaal en in ons land schommelde de prijs tussen 30 en 35 piek.

doorbraak met hit

Na terugkeer uit het Verre Oosten kwam Whitesnake op de proppen met een single en LP, die de band zou bombarderen tot de status van supergroep, tenminste in Engeland. De single "Fool for your loving" (waarvan het intro verdacht veel weg heeft van "All night long") werd Whitesnake's eerste top tien hitsingle en de LP "Ready an' willing" werd door dit hitsukses meegesleurd tot in de hoogste regionen van de LP-lijst. Een uitverkochte engelse toernee volgde. David krijgt nogal vaak de wind van voren van vrouwelijke journalisten, die vinden dat zijn teksten te seksisties zijn. Tenslotte gaat het bij Coverdale voornamelijk over vrouwen.

David, is dat nou niet te banaal en te clichématig?

David: "Ik houd van vrouwen in het algemeen en ik probeer ze helemaal niet te denigreren. Ik schrijf precies zoals ik me voel. Ik kan alleen op een natuurlijke manier schrijven, direkt vanuit mijn lichamelijke en emotionele ervaringen."

Is optreden nu echt een emotionele afvoerpijp?

"Oh ja, op deze toer hadden we momenten, die al het voorgaande overtroffen. We zijn begonnen met het idee van "jongens, we maken er een gezellig feest van en het hele publiek moet meezingen." Maar toen we in '78 in Newcastle "Ain't no love" probeerden, hoorde ik de stemmen uit het publiek groeien. Ik deed mijn ogen open en zag dat IEDEREEN mee zong! In Glasgow kreeg ik het echt te pakken. Daar was iedereen zo enthousiast dat ik in huilen uitbarstte. Een ongelooflijke ervaring. In feite is het een oude bluessong en geen publieksmeezinger."

Coverdale wil niet zoveel kwijt over een Purplereünie en ontwijkt een vraag over dat onderwerp met: "Er vindt een geestelijk spelletje plaats tussen Ritchie en mij. In de pers is het en favoriet onderwerp als ze het hebben over een dodelijke strijd tussen ons. Onze laatste ontmoeting was heel grappig. Ritchie trok me van achter aan mijn haar. Ik draaide me om en gaf hem een boom. Da's alles wat er gebeurde. In de pers stond meteen dat ik hem voor uren bewusteloos had gemept.

ook aandacht voor de andere heren

Het ligt voor de hand dat iemand denkt dat de situatie bij Whitesnake net zo ligt als bij Rainbow. Maar zoals Blackmore Rainbow leidt, zo leidt Coverdale Whitesnake niet. De verhoudingen liggen duidelijk anders. Er is bij Whitesnake meer sprake van een collectief dan bij Rainbow.

David: "De andere jongens verdienen het sukses, vooral Bernie, Micky en Neil. Ze zitten al zolang in de business, maar nu pas zien ze hun namen in de kranten. " Een Whitesnake-konsert is dan ook zeker niet een optreden van Coverdale met begeleidingsband, zoals dat bij Rainbow en Blackmore wel lijkt. Iedereen heeft een plekje in de show waar hij zijn ei kwijt kan. Mick speelt zijn slidesolo in "Lovehunter", Bernie soleert schitterend in "Mistreated" en Lord en Paice krijgen hun deel in het instrumentale "Nighthawk".

Jon Lord over zijn komst bij de groep: "Na het mislukken van P(aice) A(shton) L(ord) deed ik niets meer. Paicey en ik hadden David al eens gevraagd om een nieuwe band te starten, maar hij had met Moody zo zijn eigen plannen. Gek genoeg was het David die mij later vroeg om bij hem te komen. Ian kwam er een jaar later ook bij. De omgekeerde wereld dus." Paice had twee vragen voor zichzelf te beantwoorden toen Coverdale hem vroeg. "Wil ik spelen of geld verdienen? Zou het Whitesnake schaden als er drie ex-purples in spelen?"

Hoewel er aanvankelijk stemmen opgingen, dat het gewoon Purple was, heeft de tijd intussen geleerd dat Whitesnake toch een andere sfeer uitademt dan Purple. Er wordt ook weinig gevraagd na oude Purple-suksessen, het publiek komt voor Whitesnake.

Lord: "Ik kan prima met David opschieten, maar je moet hem wel voorzichtig benaderen. Je kunt niet zeggen: David, dit is kloten. Hij is nu eenmaal erg emotioneel."

Zijn die lange soli echt nodig, Jon?

Soms heb ik het gevoel dat het van me wordt verwacht. De ene keer krijg ik meer respons dan de andere keer. Voor de volgende toer zal ik het er eens met David over hebben. In de vroege Purple-dagen had je daarvoor wel een geschikt klimaat. Het laatste nummer duurde soms wel veertig minuten. Nu kun je dat niet meer doen, maar dat soort experimenten gaf de muziek wel een enorme kick." Bernie over Mick: "We zijn lang genoeg bij elkaar om niet in elkaars vaarwater te zitten. Het samenwerken is doodeenvoudig. Het is nooit een probleem geweest. Dat was voor David wel een verrassing." Mick kent David al langer. "Ik ontmoette hem voor het eerst in 1968. Hij was toen een kunststudent en zong in de regiona1e groep Tramline. Hij ziet er nu beter uit dan toen; vraag hem maar eens zijn oude paspoortfoto, ha ha ha."

Vinden de twee gitaristen als die verhalen over Purple~reüniën niet vervelend?

Bernie: "Helemaal niet, het is zelfs grappig. Ik spee1 wel eens golf met Cozy. Wie het eerst de naam Deep Purple noemt krijgt dan vijf strafpunten."

Terug naar Coverdale. Is hij sinds Purple een ander mens geworden?

"Ik ben volwassener geworden. Ik was toen nogal arrogant, maar het duurde gelukkig niet te lang. Alles wat ik van Mr. Blackmore geleerd heb is onschatbaar. Ik voelde me bij Purple een onbeduidend deeltje in het geheel. Nu voel ik me werkelijk op mijn gemak.

LIVE IN THE HEART OF THE CITY

Een tevreden Coverdale dus na een suksesvolle engelse toernee. Eind oktober verscheen de live-set "Live in the heart of the city". Als toetje werd in Engeland GRATIS de japanse live-LP (dus twee LP's voor de prijs van één) bijgeleverd. Voelden de vele fans, die de peperdure import al hadden gekocht zich nu niet bekocht?

David "I don't know. We wilden persé dat alle fans deze plaat in hun bezit konden krijgen. Misschien dat één percent de import-plaat heeft gekocht. Het was om bepaalde redenen niet mogelijk die LP hier uit te brengen. Nu komen we onze fans tegemoet door de plaat voor niets bij de echte Live-plaat te voegen."

Dit geldt echter uitsluitend voor de engelse fans, want hier betalen we wel degelijk de prijs van een dubbel-LP. En wat te denken van de tienduizenden japanners die nu voor een dubbel-LP moeten betalen, terwijl ze de helft ervan al gekocht hadden!!!

SUPPORTING TULL & AC/DC

In het najaar vertrok Whitesnake voor het eerst naar de USA voor een uitgebreide toer. Niet als hoofdact, maar als voorprogramma van Jethro Tull! Geen gelukkige keuze als je het mij vraagt.

David: "Het was moeilijk om om te schakelen van hoofdgroep naar de rol die je hebt als supporting act. Maar we konden onmogelijk als top-of-the-bill van start gaan. Het zou onze kop gekost hebben. We boden Tull aan om mee te toeren, omdat ik Tull in gedachten had als rock-groep, maar ze bleken helemaal geen rockpubliek te trekken. Hier en daar hadden we wel sukses.

In bepaalde gebieden van de States zouden we best de volgende keer als topgroep kunnen komen. We mochten precies 45 minuten spelen. In plaats van 30 minuten te spelen en dan een toegift doen (zoals veel andere voorprogramma's doen) gingen we er 45 minuten lang met 200% tegenaan."

Na de amerikaanse toer werd het hoog tijd dat de groep zich eens een keer op het europese kontinent liet zien. Want, hoewel de band diverse keren suksesvol had opgetreden op enkele festivals, kunnen we niet zeggen dat Whitesnake nu echt populair is (kijk nog maar eens naar de uitslag van onze eigen poll). In december was er dan ook veel tijd uitgetrokken voor een europese toer in het voorprogramma van AC/DC. De start was vlekkeloos. AC/DC gaf de band voldoende ruimte om zich uit te leven. Het maakte de australiërs niet uit als Whitesnake een kwartiertje langer doorging. In de Saarlandhalle in Saarbrücken ging het echter mis. Tijdens het laatste nummer van de set, "Fool for your loving", kwam David verkeerd terecht na één van zijn dolle sprongen. Het resultaat is een pracht van een gipsen linkerbeen en een belangrijke toer na de knoppen. De opzet om Europa warm te maken voor Whitesnake was mislukt door een stom ongeluk.

COME AND SEE THEM IN '81

Maar niemand bij de Whitesnake-troepen zit bij de pakken neer. Beter nog: de band valt Europa nu meteen aan als hoofdact. Het is alles of niets. Whitesnake is in 1980 een volwassen groep geworden, die weet wat ze wil. Met een nieuwe LP "Come and get it" op de markt nog voor ze in ons land komen, lijkt me dit jaar toch een europees jaar te worden voor Coverdale, Marsden, Murray, Moody, Lord en Paice.

Gerrit

P.S. Het materiaal voor dit verhaal komt uit diverse interviews geplaatst in engelse muziekbladen (Sounds, Melody Maker) over het jaar 1980.



SOUNDS POLL 1980


Voor de derde achtereenvolgende keer hebben we poll-uitslagen. Dit keer van het engelse SOUNDS!
BAND:
   1. Motorhead
   2. AC/DC
   3. Rush
   6. RAINBOW
   7. Whitesnake

ALBUM:
   1. Ace Of Spades - Motorhead
   2. Back in Black - AC/DC
   3. Permanent Waves - Rush
   5. Heaven And Hell - Black Sabbath
   7. Michael Schenker Group - M.S.G.

SINGLE:
   1. Ace Of Spades - Motorhead
   2. 747 Strangers In The Night - Saxon

BASSIST:
      5. ROGER GLOVER

DRUMMER:
   1. Neil Peart (Rush)
   2. COZY POWELL
   5. Ian Paice

ORGANIST:
   1. Jon Lord
   2. DON AIREY
   6. Colin Towns

GITARIST:
   1. RITCHIE BLACKMORE
   2. Michael Schenker

ZANGER:
   1. Peter Gabriel
   2. David Coverdale
   3. Ian Gillan
   4. David Coverdale
   5. RONNIE JAMES DIO

MANNELIJK SEXOBJECT:
   1. David Coverdale
   2. Ian Gillan
HET VERVELENDSTE:
   1. The Police
   5. Geruchten over Deep Purple reünie

MEEST BELOVEND:
   1. Michael Schenker Group


     KIEKJE UIT 1968



Hierbij voldoen we aan het verzoek van velen om eens een oud foto'tje van Ritchie Blackmore af te drukken.

Hier is er één uit de beginperiode van Deep Purple. Ritchie begon aan het paarse avontuur toen hij nog geen 23 was. In april wordt hij 36 jaar. We hebben namens alle leden van de Fanclan een kaart gestuurd naar het privé-adres waar hij rond de 14e april met Rainbow door Amerika zal zijn. Wij zijn van mening dat Ritchie er nog steeds even jong uitziet.

RITCHIE, CONGRATULATIONS FROM HOLLAND!!!





PLAATPRAAT

Dit is de rubriek in "Over The Rainbow En Zo", waarin we zelf platen bespreken.


RAINBOW

VER(DER)GAANDE  VERJONGING

DIFFICULT TO CURE   POLYDOR 2391 506

Zeven chirurgen kijken de patiënt dreigend aan op hoes van de zesde Rainbow-LP. Op de achterkant waant de kijker zich op de operatietafel, terwijl enkele medici zich zorgelijk over de patiënt buigen. Is de patiënt (de fan) ziek? Is hij echt "difficult to cure", moeilijk te genezen? Hoe reageert hij op de nieuwe Rainbow-LP, de operatie die de fan te wachten staat? Het resultaat van de operatie wordt hemzelf pas duidelijk als hij de plaat beluisterd heeft. De fan bepaalt zelf of de operatie slaagt of niet.

Een mogelijke interpretatie van de hoes, die voor Rainbow-begrippen ietwat merkwaardig is. Er komt geen regenboog aan te pas. Ik vroeg schriftelijk aan de makers van de hoes, Hipgnosis (bekend van o.a. Pink Floyd en ook de LP van Michael Schenker), welke opdracht ze van Blackmore hadden gehad, maar ze wilden niets loslaten ("We are not allowed to get these kind of things in publicity.").

Het antwoord zal van Ritchie zelf moeten komen. Een Rainbow-LP is iets om reikhalzend naar uit te kijken. Oorspronkelijk was de plaat voor november gepland, maar de vertraging zal ongetwijfeld te maken hebben met de derde vokalistenwissel.

De plaat is officiëel op 6 februari in ons land uitgebracht. Na de eerste luisterproef stond al vast: Blackmore heeft opnieuw verrast, hoewel dat eerst in negatieve zin was. Hoe je het ook bekijkt, de LP is anders dan we hadden verwacht. "D.T.C." is een plaat met verrassingen geworden. In eerste instantie beviel me de plaat helemaal niet maar het bleek dat de LP moet groeien.

Nog nooit toonde een Rainbow-LP een zo grote verscheidenheid aan komposities. Veel elementen uit het verleden duiken hier en daar op, maar er worden ook nieuwe dimensies toegevoegd, die op "Down to earth" al te herkennen vielen en voortkomen uit de glasheldere produktie van Glover. Het verleden duikt op in "Spotlight Kid", dat een vervolg lijkt op "A Light In The Black".

Behalve dat Rondinelli hier schittert alsof Cozy er nog steeds is, tovert Ritchie hier met Airey weer zo'n typisch Blackmore-riedeltje tevoorschijn, zoals we dat al kennen van o.a. "Burn", "Highway Star", "A Light In The B1ack", Ki11 The King, en van lang geleden "Wring That Neck" en "Mandrake Root". Het lijkt zo uit een turks/russische dans te zijn gehaald.

Over de hele linie zijn de nummers kompakt gehouden, waardoor de spanning steeds gehandhaafd blijft. Lange soli worden vermeden. "Can't Happen Here" lijkt een zelfimitatie op "All Night Long" maar is gewoon een verbeterde versie van dat nummer. "No Release" is qua opbouw erg verrassend. Er wordt duidelijk afgeweken van de gebruikelijke couplet-refrein-couplet-refrein-solo-couplet-refrein-lijn. Aanvankelijk vond ik het a-capella-gedeelte hinderlijk, maar dan blijkt het een rustpunt te zijn voor de storm die meteen daarop wordt ontketend. "I Surrender", opnieuw van Russ Ballard, is veel akseptabeler dan "Since you been gone", dat te veel stokte en niet echt 'liep'. Vooral de vloeiende gitaarlijn maakt dat het nummer echt vlot 'loopt'. "Midtown Tunnel Vision" is als kompositie het 1ogische vervolg op "Love's No Friend" en "Mistreated". "Vielleicht das nachster Zeit" (Hé, Ritchie, muss das nicht 'das nächste Mal' sein?) is op zijn beurt een vervolg op "Weiss Heim", de engelse b-kant van "All Night Long", maar haalt toch niet het nivo van genoemd nummer. Het titelnummer, de bewerking van het slotkoor uit Beethoven's Negende Symfonie, wordt al sinds 1976 live gespeeld (eerst in "Still I'm Sad", vorig jaar in "Lost In Hollywood"). Nu dan de definitief op plaat gezette versie. Deze opname gaat verder dan de live-versie die ik gehoord heb. "Freedom Fighter" is qua kompositie niet zo sterk. De verveling dringt zich op als het refrein te vaak gezongen wordt. Tenslotte is er dan nog Moran's "Magic", dat is toch wel een dieptepunt, een absolute misser. Het is een raadsel hoe dit op een Rainbow-plaat terecht komt. Geeft Blackmore hier niet te veel toe aan de kommersjele eisen van de amerikanen? Tot zover het kompositorisch deel.

Blackmore verrast vriend en vijand door toch weer met een plaat te komen die hecht klinkt. De plaat als geheel kent een enorme veelzijdigheid in geluid en tempo. Nog nooit hoorden we zoveel stijlen op een Rainbow-LP. Dit lijkt me de oorzaak dat ik zo veel moeite had om tot de plaat door te dringen. Ieder nummer is weer anders en daarin ligt de kracht van de plaat. Hij gaat naar mijn gevoel langer mee dan de meeste andere LP's.

Dan de muzikanten zelf. Het toetsenspel van Don Airey heeft nu een opvallender plaats gekregen in de Rainbow-sound. In het verleden vielen de toetsen nauwelijks op en hadden een puur begeleidende funktie. Op "D.T.C." vallen de heldere klanken wel op. Het TOTO-achtige piano-riedeltje heeft een duidelijke rol in "Vielleicht...", de melodische lijn in "Magic" wordt door de keyboards ondersteund. Ook in diverse andere nummers vult Don het groepsgeluid opvallend aan. De opvallendste rol speelt hij in het titelnummer, waarin de synthesiser voor een groot deel de rol van de basgitaar overneemt en Don's solo herinnert, aan goeie ouwe tijden.

De rol van Roger Glover is al vaak bekritiseerd. Als bassist speelt hij geen opvallende rol. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat zijn rol binnen Rainbow meer ligt in het terrein van arrangeur en producer. Maar dat doet hij dan ook met grote klasse. Dan de nieuwelingen. Bob Rondinelli was voor mij volledig onbekend, maar hij heeft me aangenaam verrast. Hij heeft weliswaar niet het loodzware bonkende geluid van Cozy, maar technisch doet hij niet onder voor Cozy. Hij s1aat in elk nummer wel één of meer prachtige breaks. In Bob heeft Ritchie een prima drummer gevonden.

De meeste moeite had ik met Joe Lynn Turner. Ik was destijds enorm verrast door de reusachtige power en grote stembeheersing van Bonnet (hetgeen mij meteen tot een Bonnet-fan maakte). Joe Lynn zingt met een heel ander gevoel. Hij zit meer in de bluesy/soul~richting, zoals Coverdale die ook aan de dag legt. Je kunt het herkennen aan de vele kreten die soms midden door een een solo gehoord worden. Dat is iets dat mij nogal irriteert, net als bij Coverdale. Turner overtuigt toch, maar dat is te danken aan de inzet die hij toont; qua techniek haalt hij het (nog) niet bij Bonnet en Dio. Maar hij mag wel blijven.

Blijft over de nu bijna (op 14 april) 36-jarige Blackmore. Vooral van de zijde van de engelse pers heeft hij de kritiek gehad dat hij niets nieuws meer bracht. Op deze plaat juist introduceert Ritchie hier en daar een volledig nieuw geluid. De solo in "Freedom Fighter" is daar wel een duidelijk voorbeeld van. Ook kompositorisch heeft hij vorderingen gemaakt.

Een nummer als "No Release" heeft toch iets nieuws in zich. En verder is het toch een vertrouwd geluid. In Engeland gingen er nogal kritische stemmen op n.a.v. Roger's teksten op "Down To Earth". Ze zouden vrouwen vernederen en meer van dat moois. Op deze LP laat Roger zien ook andere onderwerpen aan te kunnen. Ritchie heeft Rainbow opnieuw verjongd. De groep klinkt fris en nieuw, terwijl dat nauwelijks te geloven is. Het lijkt een nieuwe groep en dat is in zekere zin ook. Ritchie heeft duidelijk een breder publiek voor ogen.

Er resteren nog enkele opmerkingen, overpeinzingen, zoals je wilt. Aan het eind van "D.T.C." horen we Oliver Hardy (de dikke van de dunne) lachen. Bij de engelse persing schijnt dit door te lopen in een uitloopgroef, zodat, als je pick-up niet afslaat, deze legendarische filmheld maar blijft lachen. Blackmore kennende kan dit niet zonder betekenis zijn. Wil hij de eens door hem zo bejubelde klassieken op deze manier belachelijk maken? Of slaat het terug op de hele LP? Moeten we de LP niet serieus nemen? Ik houd het voorlopig op het eerste, hoewel ik er de zin niet van inzie om Beethoven een trap na te geven. Over de hele LP hangt een sfeer van het willen forceren van kommersjeel sukses. Niet dat ik het Rainbow niet gun (zolang het maar op een verantwoorde manier gebeurt), maar Ritchie, are you the spotlight kid? Ritchie heeft al aangekondigd een instrumentale LP met romantische muziek te gaan uitbrengen. De titel "Vielleicht das nachster Zeit" slaat daar wellicht op. Afsluitend kan ik stellen dat dit zesde Rainbow-album het meest veelzijdige is geworden. Een komplete p1aat, misschien de definitieve LAATSTE Rainbow plaat? De toekomst zal het leren.

Gerrit



GRAHAM IS TERUG


GRAHAM IS WEG! Dit schreven we nog in het vorige blad, maar sneller dan verwacht is Graham Bonnet weer terug met een solo-produkt.

Allereerst verscheen bij Phonogram de single "NIGHT GAMES" met op de achterkant "OUT ON THE WATER" op Vertigo 6000 637. Een LP wordt binnenkort verwacht onder de prima titel "DANGEROUS LINE-UP" (gevaarlijke bezetting). En gevaarlijk is het inderdaad als je weet wie Graham heeft weten te strikken.

Niemand minder dan Cozy Powell, Mick Moody, Neil Murray en Quo-pianist Andy Bown. De produktie is bovendien in handen van Francis Rossi en John Eden. Graham heeft nog steeds geen song- en tekstschrijvers ambities.

"Night Games" is een Hamilton song, die lekker stevig klinkt, een meezingbaar refrein heeft. "Out on the water" is een kompositie van Moody en Quo-roadie/harmonica speler Bob Young (ze maakten ooit samen een LP). Harde zang van Bonnet. De LP belooft nog heel wat.




WHITESNAKE


Net voor of net na het verschijnen van dit nummer verschijnt op 6 april alweer het nieuwe WHITESNAKE album. De titel is "COME AND GET IT". De tracks zijn als volgt:

kant 1:
"Come and get it", "Hot stuff", "Don't break my heart again", "Lonely days, lonely nights", "Wine, women and song".

kant 2:
"Child of Babylon", "Would I lie to you", "Girl", "Hit and run", "Till the day I die".

De nieuwe single is "Don't break my heart again".
In de volgende PLAATPRAAT een uitgebreide review.



GILLAN


Ook van GILLAN is weer het één en ander verschenen. Het wordt eentonig, maar ook deze singles zijn niet uit in ons land (Misschien dat het konsert in mei verandering brengt?).

Allereerst werd de single "M.A.D."/"The Maelstrom" (Virgin VSK 103) uitgebracht. De a-kant is een anti-atoomwapen-lied, die volledig "Mutually Assured Destruction" heet. Beide nummers zullen niet op LP verschijnen. Zelf heb ik de single nog niet, maar ik laat het woord graag even over aan mijn belgische collega Marc Brans: "In beperkte oplage werd deze single uitgebracht in een boekje van 16 pagina's met mooie kleurfoto's van de leden afzonderlijk en een éénakter in de vorm van een gesprek tussen een overlevende Yankee en dito Rus.

Op achtergrond foto's van vernielde steden e.d. geven de twee elkaars natie de schuld van het ontketenen van de kernoorlog. De songtekst is eveneens afgedrukt en de buitenkant van de klaphoes toont een rus en een amerikaan die beide een knop indrukken en de raket lanceren. De muziek zelf nu: "M.A.D." is een tamelijk rustig nummer met wat charmes en niet onaardig gezongen, maar ik geloof niet dat dit ooit potten zal breken op een hitlijst. 3;13 minuut duurt het verhaal en de flipkant duurt 'longer than the A-side'. Dit is een rocker maar met niet al te veel inspiraties of originaliteit. Beide tracks zijn groepscomposities. Het spijt me te moeten zeggen dat het boekje het interessantst is van het geheel." Bedankt Marc.

Dan is op 14 maart de nieuwste GILLAN single uitgebracht. De a-zijde heet "NEW ORLEANS" en als dit een hit wordt dan is dat de vierde keer dat het nummer in de engelse charts komt. De originele versie is van U.S. Bonds (hit in januari 1961 - elf weken genoteerd met 16 als hoogste). De tweede die er een hit mee had was Bern Elliott met zijn Fenmen (maart 1964 - 9 weken genoteerd - 24 als hoogste positie). De derde in suksessie waren Harley Quinne in oktober 1972 (8 weken - 19 als hoogste notering). Deze gegevens komen trouwens uit het Guiness Book of British Hit Singles 1952-1977 van Jo en Tim Rice.

Nu dus de vierde versie van Gillan. Op de b-kant staat "Take a hold of yourself". Het plaatnummer is Virgin VS 406. De b-kant staat NIET op de toekomstige nieuwe GILLAN LP, die we eind april/begin mei kunnen verwachten. De LP heet "Future Shock" en dit zijn de tracks:

kant 1:
"Future Shock", "Nightride out of the Phoenix" "Ballad of the Lucitania Express", "No laughing in heaven", "Sacre blue", "New Orleans".
kant 2:
"Bite the bullit", "If I sing softly", "Don't want the truth", "For your dreams".

Uiteraard komt hiervan de volgende keer in PLAATPRAAT een uitgebreide recensie. Gelukkig wordt de LP wel in Nederland uitgebracht. Maar ARIOLA WANNEER WORDEN JULLIE NU EENS WAKKER? Of moeten we eerst kwaad worden?



EPISODE SIX
EEN VERGETEN HOOFDSTUK
GLOVER EN GILLAN'S JAREN 60


In het verleden hebben we al eens aandacht besteed aan een stukje geschiedenis van Ritchie Blackmore, n.l. de periode 1962-1964, toen hij gitarist was bij de Outlaws. Dit keer gaan we eens kijken naar de aktiviteiten van zowel Roger Glover als Ian Gillan, voor ze bij Deep Purple kwamen in 1969. Centraal in dit verhaal staat de groep EPISODE SIX, waar beiden in gespeeld hebben.

DE AANZET


Roger Glover werd geboren op 30 november 1945 in het dorpje Brecon in Wales. Hij ging naar de Harrow County School, waar twee schoolbandjes waren; The Lightnings en The Madisons. In de laatste speelde Roger op bas. Ook de namen van Tony Lander (solo-gitaar) en Harvey Shields (drums) zijn nog bewaard gebleven. Toen uit beide groepen leden vertrokken, werden ze samengevoegd en omdat The Lightnings net iets populairder waren, werd die naam aangehouden. Ze speelden op bruiloften, in jeugdclubs en op padvindersfeestjes. Ze waren grote fans van Shane Fenton & The Fentones. Op het moment dat Roger ging studeren aan de kunstschool van Hornsey veranderde men de naam van de groep in EPISODE SIX.

HET BEGIN (1963)


Dat was in oktober 1963. Naast Roger, Tony en Harvey waren er nog Graham (gitaar/zang) en Sheila Carter Dimmock (toetsen/zang) en zanger Andy Ross. Deze bezetting bleef draaien tot mei 1965. Toen verliet Ross de band omdat hij trouwde en een baantje moest zoeken. Hij werd vervangen door IAN GILLAN.

Ian zag het levenslicht op 19 augustus 1945 in Hounslow, Middlesex. Zijn eerste groep The Moonshiners, bestond vier maanden: van september tot december 1962. Toen kwam hij bij de semi-professionele The Javelins.

Ze speelden regelmatig in een zaaltje in het Richmond Station Hotel, waar ook de Rolling Stones vaak speelden. Het repertoire van The Javelins bestond voornamelijk uit Rhythm & Blues.

In januari 1964 werd de groep ontbonden en Ian formeerde de jazz-bluesgroep The Hickies om nog kontraktuele verplichtingen na te komen. Daarna zong hij bij Wainwright's Gentlemen. Op uitnodiging kwam hij bij de eveneens uit Harrow afkomstige Episode Six. Hij werd bij de Gentlemen vervangen door Brian Connolly. Uit deze groep kwam uiteindelijk The Sweet te voorschijn.

EERSTE SUKSES


Roger vertelt het volgende: "We werden beroeps in april 1965, toen we naar Duitsland gingen. Het was voor ons een heuse 'doorbraak' - een maand lang clubs. Dat was keihard werken. Toen al speelde mijn gezondheid me parten, want ik werd prompt ziek en kwam in het ziekenhuis terecht. Ik was semi-prof geweest, maar de anderen waren al een tijdje full-prof, waarmee ik overigens niet meer bedoel dan dat ze geen ander werk hadden. Toen we naar Duitsland gingen hadden we net een nieuwe manager, Helmut Gordon, die ook manager van The Who was. Hij was het die ons platenkontrakt met Pye Records bezorgde: ¾ procent was voor ons en dat moesten we dan ook nog eens met zijn zessen delen. Toen hij verdween, nam Gloria Bristow het over en met haar hebben we gewerkt tot het einde van de groep." Episode Six' handelsmerk was de melodieuze meerstemmige ballade. Als ze ook maar één hit zouden hebben gehad, zouden ze het nog ver gebracht hebben. Roger: "Ian kwam erbij en we begonnen singles te maken. We hadden redelijk werk in Duitsland en we waren twee maanden in Libanon, maar dat was verschrikkelijk. We moesten achtergrondmuziek spelen bij het gekletter van gokautomaten, one armed bandits. Het bracht de groep bijna tot een eind, maar we verdienden genoeg om een Ford Transit-busje te kopen, ik zal altijd blijven herinneren dat, toen we weer thuis kwamen, HENDRIX HAD HAPPENED. We waren bekend op Radio London, we deden ook veel live-optredens voor hen en sommige platen stonden zelfs in hun hitparade."

DE PLATEN

In de periode mei '65 - september '67 maakte de groep een vijftal singles, en wel de volgende:

1. Put yourself in my place/That's all I want (Pye 7N 17018 - januari '66)
2. I hear trumpets blow/True love is funny (Pye 7N 17110 - april '66)
3. Here, there and everywhere/Mighty Morris 10 (Pye 7N 17147 - augustus '66)
4. Love-hate-revenge/Baby baby baby (Pye 7N 17244 - februari '67)
5. Morning dew/Sunshine girl (Pye 7N 17330 - juni '67)

Ian Gillan: "Toen we terug kwamen uit Beiroet, hadden we drie singles in de top tien van Radio London. Hun hitlijst werd samengesteld door een paar platenzaken. De singles verkochten niet echt veel, maar het gaf toch een beetje een beroemd gevoel."

Drummer Shields ontmoette in Beiroet een griekse buikdanseres. Hij besloot, toen de groep terugkeerde naar Engeland, om bij haar te blijven en uit de groep te stappen. Zijn vervanger werd John Kerrison. Tot dan waren de singles hits van LP-tracks van anderen. B.v. "Here, there and everywhere" was een track uit de Beatles LP "Revolver". Maar Roger Glover begon zich te ontwikkelen als songschrijver. De b-kant van genoemde single werd door hem geschreven; een swingend muziekje, dat enigszins doet denken aan de surfsound van Jan & Dean. "I can see you through" werd zijn eerste a-kant.

Ook met Ian begon hij samen te werken. Toen de wat hardere rock populair werd, bleef de groep live hetzelfde repertoire spelen, alleen werd de volumeknop helemaal opengedraaid. De bezetting met John Kerrison nam twee singles op:

1. I can see you through/When I fall in love (Pye 7N 17376 - oktober '67)
2. Little one/Wide smiles (MGM 1409 - mei '68)

Laatstgenoemde single werd overigens uitgebracht onder de naam The Episode. Kerrison verdween op een vreemde manier. Na een ruzie voor een optreden in de kleedkamer zette hij zijn drumstel aan de andere kant van de zaal waar ze moesten spelen, achterin de zaal, recht tegenover het podium. Het was zijn laatste optreden, in juli '68. Zijn opvolger heette Mick Underwood. Het is inderdaad de Mick Underwood, die ook al met Ritchie Blackmore in de Outlaws speelde (1963) en nu al weer enige tijd in Gillan speelt!!! De groep veranderde van platenlabel en ging naar het Chapter One-label, waarvan orkestleider Les Reed eigenaar was. De groep maakte hier de laatste twee singles.

EINDE DANKZIJ PURPLE !

De laatste twee singles zijn:

1. Lucky Sunday/Mr. Universe (Chapter One CH 103 - oktober '68)
2. Mozart versus the rest/Jak d'Or (Chapter One CH 104 - februari '69)

Mick Underwood had nog steeds kontakt met Ritchie. Blackmore vertelde hem dat de zanger in Purple (Rod Evans) niet zo beviel en dat hij op zoek was naar iemand. Mick nodigde Ritchie en Jon uit eens naar Ian Gillan te komen kijken. Zo gezegd, zo gedaan. Beiden waren onder de indruk van Ian en boden hem aan bij Purple te komen. Gillan nam dat aanbod aan. Ian vroeg of Roger ook mee kon komen omdat ze altijd samenwerkten. Dat bleek geen probleem. Het vertrek van Ian en Roger betekende wel de nekslag voor Episode Six. Als instrumentale groep ging de groep nog door tot juli '69. Roger werd vervangen door Tony Dangerfield op aanraden van Ritchie die in 1967 nog met Tony had gespeeld. Een nooit bevestigd verhaal wil dat Ritchie bij wijze van schadeloosstelling wegens het wegkapen van Roger en Ian aanbood om op de laatste single van de groep sologitaar te spelen. Het instrumentale "Mozart versus the rest" laat inderdaad bijzonder fel gitaarspel horen.

Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat het echt Blackmore is die op deze single de solo speelt. Maar zoals gezegd, er is niemand die dat kan bevestigen. Zolang er echter niemand kan bewijzen dat Ritchie het niet is, blijf ik geloven dat het hem wel is. In juli '69 viel het doek definitief voor Episode Six. Tot zover dit toch uitgebreide verhaal over een belangrijk stuk verleden dat toch maar bij weinig mensen bekend is.

Gerrit



TUNNEL VISION


We vroegen in het vorige nummer om reakties op "Difficult to cure" van jullie kant, maar we hebben niet geweten waar we aan waren begonnen. Bijna de helft van het aantal leden stuurde een korte dan wel lange reaktie. Prima! Dat is een teken dat jullie je nauw betrokken voelen zowel bij de groep als de clan. Houden zo!!! Er waren slecht drie negatieve reakties. Wij waren aanvankelijk nogal bevreesd dat de nieuwe lijn niet zou bevallen, maar zie.... We doen een greep uit de vele reakties en laten dan nog een paar reakties uit de pers volgen.

Ronald Lankheet, Haaksbergen meent: "Deze LP is voor mij de beste op "On Stage" na. Rainbow is gegroeid. "No Release" is één van de hoogtepunten. Eindelijk wijkt Ritchie van het vaste patroon af. De plaat is consistent en dat valt niet te zeggen van de nieuwelingen van UFO, Priest en Iron Maiden."

Teus van Setten, Scherpenzeel vindt dat de plaat "van een verfrissende perfektie spreekt. Rainbow bewijst opnieuw weer eens de beste in haar soort te zijn. It's magic. "Eddie Boesten, Veldhoven: "Rainbow heeft het vertrek van Graham en Cozy goed op weten te vangen. Bob vind ik een goede drummer, niet zo zwaar als Cozy, en heeft een specifieke stijl die je meteen herkent. Turner is misschien wel geen Dio of Bonnet, maar toch past zijn stemgeluid goed in het geheel. Als geheel vind ik de LP nu al beter dan welke andere Rainbow-LP dan ook."

Eric Schoolmeesters, Tegelen vindt dat "de LP een voortzetting kan worden genoemd van "Down to Earth", maar toch met iets nieuws erin; veel beter en iets heavier."

Oud-oprichter van de voorganger van de fanclan, de Nederlandse Deep Purple Fanclub (al weer tien jaar geleden), Bart Hekkelman, Gorssel schrijft in een eerste reaktie: "Toch weer een prima elpeetje gemaakt, die jongens. Ik ben er althans niet vies van. Beetje (veel) kommersjeel, maar toch.... ik blijf hem dagelijks draaien en da's een heel goed teken."

Mijn belgische kollega Marc Brans meent in zijn blad "Diep Peurpel": "Vooral Don heeft de muziek van Rainbow een iets ander tintje gegeven. Blijft nog op te merken dat de twee nummers waarin Turner een componerende hand heeft gehad de zwakste zijn. Algemeen gezien is het album een logische opvolger van "Down to earth". Ritchie wou dus blijkbaar op zeker spelen. Op vinyl is de groep aan het evolueren naar een single-groep, wat geen bezwaar is als de live-show maar groots blijft."

De schrijvende pers in Engeland blijft Rainbow negatief beoordelen, hoewel Steve Gett van Melody Maker nog het gunstigst is door te zeggen dat het de beste LP sinds "Rising" is. In New Musical Express wordt de LP samen met de nieuwe LP's van Krokus en Trevor Rabin besproken. Barney Hoskyns vindt dat "Blackmore opvallend niet opvalt. Zijn gelegenheid om zijn kunnen te tonen zijn beperkt tot de twee instrumentals." De fatale fout is het opnemen van "I Surrender" en "Magic".

In Sounds, toch het meest heavy blad van de grote drie, gaat KISS fanaat Geoff Barton (ook wel smalend DEAF Barton genoemd) hevig tekeer: slechts twee van de maximaal vijf sterren. "De dagen dat een nieuwe Rainbow automatisch in Sounds als 'onmisbaar' werd bestempeld, zijn definitief voorbij. Ik ben er van overtuigd dat dit album hopeloos teleurstellend is en bovendien dat gitarist en bandleider Blackmore zijn beste tijd gehad heeft. Blackmore's spel lijkt ook te lijden. Hij stelt zich tevreden met de beperking tot de singlemarkt i.p.v. nieuwe wegen te zoeken. De meeste gitaarlicks zouden zo van Purple's "Machine Head" kunnen komen. Terwijl nieuwe gitaarhelden als Eddie van Halen, Alex Lifeson en Randy Hansen nieuwe bronnen aanboren, is het droevig, om niet te zeggen tragisch, om te zeggen dat de eens meesterlijke Blackmore achterloopt. Hij weigert met de tijd mee te gaan."

Ik wil hier toch even op in gaan; hoewel ik me niet meer kwaad wil maken. Engelse journalisten maken er naar mijn gevoel een spelletje van op welke originele manier ze bekende artiesten de grond in boren. Deze trend neem ik al enkele jaren waar in Engeland. Iemand, die onbekend is, wordt met het meest afschuwelijke produkt helemaal de hemel in geprezen. Heeft hij het eenmaal gemaakt, dan wordt hij keihard de grond ingetrapt. Recensies in engelse muziekbladen worden door mij niet meer serieus genomen. Dit geldt echt niet alleen voor Rainbow.

In Nederland is "Difficult to cure" gelukkig positiever ontvangen. Muziek Express bombardeerde de plaat, net als "Down to earth" indertijd, tot LP van de maand. En Kees Baars, in OOR, vindt dat de heren "een werkstuk hebben weten te maken dat qua stijl het meest overeenkomt met "Down to earth", maar vooral door de nieuwe zanger een frisheid en energie uitstraalt die ik niet had verwacht. Blackmore is echt één van de weinige hardrockmuzikanten, die in staat is op artistiek zeer verantwoorde wijze een flinke scheut commercie door zijn dikke en vette heavy metal-pap te roeren, zonder dat die typische Rainbow-sound, zoals we die kennen van alle albums verloren gaat."

Tot zover enkele reakties op "Difficult to cure". We hadden een heel blad kunnen vullen met reakties, maar de meeste reakties van jullie kant kwamen er op neer dat we met zijn allen best tevreden zijn met de LP. Beleef er nog maar veel plezier van en laat anderen, die Rainbow nog niet ontdekt hebben, er maar zo snel mogelijk mee kennis maken.



5 FANS INTERVIEWEN RITCHIE  deel 2


In het vorige nummer sloten we een interview van vijf fans met Ritchie (een jaar geleden in Engeland) af met de vraag of er een specifieke reden voor het vertrek van Ronnie Dio was. Hier volgt het tweede en laatste deel.

Fan: "Vind je Bonnet een goede vervanger"

RB: "Wel, dat laat ik aan jou over. Wat vind je zelf?

Fan: "Hij is voor het grootste deel wel goed. Ik weet alleen niet wat ik van zijn haar moet vinden."

RB: "Ik moet toegeven dat, toen we hem bij de band vroegen, ik me wel een beetje zorgen maakte over zijn korte haar. Ik heb er met hem ook over gesproken. Ik heb een zekere verantwoordelijkheid tegenover het publiek omdat veel mensen komen om de nieuwe zanger te zien. Eens liet hij het groeien, maar knipte het toen weer af. Ik werd kwaad en vroeg waarom hij dat had gedaan. Ik geef verder weinig om kort of lang haar, maar waar ik me druk om maakte was dat mensen, die heavy metal volgen, zouden kunnen denken dat Graham beinvloed wordt door punk of new wave, maar hij is het tegengestelde. Maar hij daagt me uit door zo goed te zingen dat ik er niks meer tegenin kan brengen."

Fan: "Nu we het over punks hebben. Ze schijnen echt iets tegen lang haar te hebben. In Hastings werden we lastig gevallen door punks en mods."

RB: "Het is maar een modeverschijnsel, net als kleren. Maak er zelf maar geen problemen van, kort of lang haar."

Fan: "Heb je ooit overwogen om in Rusland te spelen?"

RB: "Ik zou daar nooit spelen. Ik wil niets te maken hebben met russische politiek. Ik ken zelf een paar russen en dat zijn erg aardige mensen, maar de mensen aan de top de hiërachie, maken me ziek."

Fan: "Ben je erg tegen de drugscène?"

RB: "Ik ben er niet tegen -ik neem ze zelf niet- maar ik ben er duidelijk niet tegen. Omdat er in deze business veel druk op je wordt uitgeoefend hebben sommige mensen ze nodig. Ik heb genoeg aan een stevig drankje. Helaas zijn sommige favoriete groepen van mij door drugs ten onder gegaan."

Fan: "Welke groepen vind je goed?"

RB: "Jethro Tull, Focus en Zeppelin op de plaat -dingen als "Kashmir" zijn brilliant. Bonzo is een goede drummer en hij is ook de favoriet van Cozy. Robert is een erg goede zanger en Jimmy is werkelijk een interessant persoon."

Fan: "Vergelijk je jezelf wel eens met Jimmy Page?"

RB: "Nee, want er zijn geen aanwijzingen. Hij heeft zijn stijl en ik de mijne. Technisch mag hij dan wel niet zo knap zijn, maar als het op arrangeren van songs aankomt, is hij mij voor."

Fan: "Oefen je nog veel?"

RB: "Ik oefen een half uurtje voor ik naar het konsert ga en thuis oefen ik ook wel eens."

Fan: "Wanneer begon je te spelen?"

RB: "Ik begon toen ik elf was. Mijn vader kocht een gitaar en nadat ik Tommy Steele gehoord had, was ik verkocht. Nu ik 34 ben, walg ik van wat ik gepresteerd heb."

Fan: "Hoeveel gitaren heb je?"
RB: "Feitelijk heb ik drie Fenders en twee Gibsons, maar die Gibsons heb ik al jaren niet meer aangeraakt. Ik mag de Fender, want je kunt je daarmee duidelijk onderscheiden."

Fan: "Zijn er gitaristen naar wie je je gevormd heb?"

RB: "Les Paul.... dat was toen ik 13 was. Albert Lee was de eerste die ik kende, die een Les Paul-gitaar had. En toen wilde ik er natuurlijk ook dolgraag één hebben. Ik dacht toen dat het ongelofelijk goede gitaren waren, totdat het een mode werd om erop te spelen. Nu speel ik er uit principe niet meer op. De Fender is moeilijk te bespelen omdat hij zo 'kaal' is, dus je moet echt heel wat te zeggen hebben voordat de Fender je zal belonen door iets voor je te betekenen."

Fan: "Hoe sta je tegenover bootlegs, witte LP's?"

RB: "Ooit was ik er fel op tegen; nu vind ik het oké zolang het collector's items zijn -zolang niemand ze serieus neemt- dat is het belangrijkste. Het vervelende van bootlegs zijn degenen die ze maken, want die willen de fans alleen maar geld uit de zak kloppen. De band brengt een LP uit voor de fans om te kopen. Maar deze lui mag ik niet; ze verdienen alleen maar op de fans; de wormen. Het zijn net zulke mensen als diegenen die voor een konsert kaartjes verkopen voor 250 piek. Daar kan ik niet tegen. Ik heb met het management de grootste heibel gehad om te proberen er iets tegen te doen. 4½ Pond (ca 24 gulden) is de prijs die de kids moeten betalen en geen cent meer."

Fan: "Wat is je favoriete Rainbow nummer?"

RB: "Stargazer is de eerste die me te binnen schiet. Veel mensen vragen waarom we het niet live spelen. Het punt is dat het nummer hetzelfde tempo heeft als "Love's no friend". Iedereen zou in slaap vallen als we beiden zouden spelen. Veel mensen schreeuwen erom, maar het is moeilijk zonder orkest. We hebben het ooit wel eens gedaan, maar het werd niets. Sommige tracks doen het live beter en anderen doen het op de plaat beter."

Fan: "Is veel van de show geimproviseerd?"

RB: "Ja, b.v. een teken kan betekenen dat ik te hard overkom op de monitor. Er zijn verschillende tekens voor allerlei dingen. Een hoop andere bewegingen komen, denk ik, voort uit nervositeit."

Fan: "Zijn je vingers verzekerd?"

RB: "Ja, bij Lloyds!"

Tot zover dit interview van vijf fans dat vorig jaar werd gepubliceerd in Melody Maker.

  • Voor het complete originele interview in het Engels: klik hier





  • © Rainbow Fanclan 1979-1984