RONNIE JAMES DIO
ZINGEN TEGEN DE KLIPPEN

Ronnie James Dio heeft uiteindelijk weinig geluk gehad met de twee bekende groepen waarin hij tot dusverre de vokalen verzorgde. Ritchie Blackmore werkte hem op slinkse wijze Rainbow uit, de zo innig begonnen verbintenis met het illustere Black Sabbath, draaide uit op een platte scheldpartij.

We hebben daar een aantal MM's terug wat van meegekregen. Maar waar de Britten Iommi en Butler uit de industriestad Birmingham, de Amerikaan voor rotte vis uitmaakten, betrachtte deze aanvankelijk een hooghartig stilzwijgen. Toch koestert ook de zanger een nauwelijks verholen wrok, al tracht hij die enigszins binnen de perken te houden door wat geringschattende opmerkingen en schampere lachjes. Het liefst valt hij zijn ex-collega's dan nog aan op de naar zijn mening geringe intelligentie waarmee moeder natuur ze zou hebben bedeeld.

Gooit de ene kant dus ongecompliceerd met modder, de andere zoekt het in een meer hoogdravende benadering. Het komt allemaal op hetzelfde neer. Het gevolg van de Sabbath-ellende, is de groep Dio. Onlangs verscheen een eerste elpee, "Holy Diver" genaamd, een prachtig werkstuk dat Ronnie James lijfelijk in Europa kwam ondersteuner.

De platenmaatschappij heeft de zanger geinstalleerd in een opkamertje van Wisseloord, waar hij gezeten achter een schaal onvervalst Hollandse broodjes audiëntie verleent. Ronnie James doet de promotie alleen. De groep Dio is zoals de naam al suggereert zijn "show". Hij beeft er zijn spaarcenten in zitten en zal dus als enige ook de eventuele financiële vruchten plukken. We zullen het daar nog over hebben.

Ronnie James Dio is zoals dat in vakjargon heet, een zanger met een geweldige strot. Hij begon bij zijn eigen groep ELF, werd vervolgens met dit gezelschap door Ritchie Blackmore ingelijfd bij Rainbow 1e editie, en zag zijn oude maten de een na de ander verdwijnen. Uiteindelijk kwam ook de tijd voor RJD, die vervolgens onderdak wist te vinden bij Black Sabbath. De rest is bekend: door de inbreng van RJD werd het in occultisme kwijnende Black Sabbath een fikse bloedtransfusie toegediend. De groep ging het vooral in de V.S. heel goed doen, totdat eerder dit jaar de heer Dio uit de gelederen verwijderd werd. Hij is inmiddels opgevolgd door Ian Gillan.

RJD is een qua uiterlijk weinig imposant mannetje. Hij is klein en schriel en is uitgerust met een weinig weelderige, maar wel lange haardos. Hij praat gretig in korte, afgemeten zinnen. Hup hup. Hup hup huppeldepup. Hup hup hup. RJD verliet Black Sabbath niet alleen. Met hem trad ook drummer Vinnie Appice, een broer van de fameuze Carmine, uit. Desgevraagd vertelt de zanger zonder omhaal hoe bet met de drummer zit.

"Ik was in die groep (doelt op Black Sabbath) zijn referentiepunt. Hij had zonder mij niet verder gekund. Dat had hij niet aangekund." Meteen bevinden we ons middenin de Black Sabbath-affaire, de oorzaak van RJD's voortijdige solo-carrière. Hij stoot een waterval van argumenten uit, die erop neer komen dat hij het allemaal wel had verwacht. Hij wist wel dat het zo zou gaan. Maar hij wilde dat Tony (Iommi) en Geezer (Butler) er eens gewoon bij kwamen zitten als de breuk in Black Sabbath ter sprake kwam. Want, wat is het allemaal eenzijdig voorgesteld! Leugens zijn leugens, zouden ze ze zo onderhand zelf niet zijn gaan geloven? Nou ja, de zanger vindt het achteraf toch wel prima.

Maar als ik in alle onschuld veronderstel dat beide partijen dan gelukkig kunnen zijn, vindt RJD dat te ver gaan. Nee, dat klopt niet. Want hij, Ronnie James Dio, is gelukkiger. Enfin, de hele onverkwikkelijke affaire komt nog diverse malen ter sprake. En elke keer weer, betoogt RJD met grote meeslependheid dat hij altijd alles heeft gegeven. Dat hij zichzelf altijd in dienst van de band heeft gesteld. Maar hij besluit mij te vertellen, dat hij nou dan tenminste eindelijk een eigen groep heeft. Behalve hem zitten daar Vinnie Appice op drums in, Vivian Campbell op gitaar en Jimmy Bain op bas. De laatste twee zijn Britten, waar RJD en Vinnie Appice Amerikanen zijn. Of daar een speciale reden voor is?

"Ik speel het liefst met Britten. Ik waardeer hun instelling en ze gaan er tegenaan. Amerikanen zijn me te "fiddly". Te "jazzy", maak ik daaruit op. RJD haast zich om dit toe te lichten. Ik bedoel het niet neerbuigend. Maar ik hou niet van die "speed merchant job". Ik hou van spelers die ritme kunnen maken. Die ook kunnen soleren, maar goed slag kunnen spelen. Tony (Iommi), ondanks al onze problemen, is een unieke ritmegitarist. Ritchie (Blackmore) had ook zijn eigen manier van ritme spelen.

Het gaat me om het opstapelen van geluid, en dat aangekleed met solo's. Daar heb je een bepaalde feeling voor nodig. Engelsen hebben die". RJD reisde voor zijn groep in spé samen met drummer Appice naar Londen waar hij als eerste Jimmy Bain belde. Met hem had hij al in Rainbow samengespeeld. Die stelde als gitarist ene Vivian Campbell voor, een jongen uit Ierland. Een studio werd geboekt, het kwartet toog aan de arbeid en de groep Dio was geboren. Zo simpel gaat dat. RJD schrijft de soepele gang van zaken toe aan het feit dat hij wist wat hij wilde. Dat wist hij ook, toen er in Los Angeles een begin gemaakt werd met de plaat die "Holy Diver" zou heten.

RJD had zelf twee nummers helemaal klaar, maar omdat hij een democratisch denkend persoon is, vroeg hij tijdens de repetities: "O.K. lads, what've you got?"
"Nou, de een had dit, de ander dat. Toen hebben we wat nummers in elkaar gezet." Op dit moment krijgt de zanger het even moeilijk met het verleden, want als ik hem vraag of alles nog helemaal uitgezocht en uitgewerkt was voordat er opgenomen werd, antwoordt hij: "In tegenstelling tot andere mensen -ik zal maar geen namen noemen- plan ik alles. De namen kun je wel raden, ze liggen voor de hand. Wij hebben maar een maand over de plaat gedaan, omdat alles goed gepland was. En omdat de muzikanten goed zijn."

"We hebben met z'n allen tegelijk opgenomen. Ik zing in zo'n geval dan ook meteen alle guide vocals mee. Dat doe ik altijd, want ik denk dat een nummer dan een referentie heeft. Ik ga er ook helemaal tegenaan. Niet maar wat meemummelen zoals je weleens ziet. Sommige guide vocals waren evengoed als wat ik later deed. Alleen door de sound moest het over, omdat ik voor de guide vocals vaak een Shure SM 58 heb gebruikt. Ik vind dat niet de beste mikrofoon voor de zang tijdens een studio-opname."


Mikrofoons

Het meteen uit volle borst meezingen met de band, is volgens RJD ook voor hemzelf erg belangrijk. Hij krijgt er een beter idee van wat een nummer gaat worden. Voor "Holy Diver" liet de groep de eerst ingezongen vokalen -de "guide vocals" dus staan tot en met de overdubs van de gitaar. De solo's vallen er buiten. Met overdubs wordt in dit geval het dubbelen van de slagpartijen bedoeld. RJD stelt nogal prijs op deze Procedure. Hij is van mening dat de gitaar door de ene speaker ruig, en door de andere, "mellow" moet klinken. Zelf wil hij er middenin zitten (of staan zo men wil).

Na de overdubs van de slagpartijen, zingt RJD de echte vokalen in, waarna als laatste de gitaarsolo's volgen. "Ik vind dat een gitarist pas kan soleren als alles eigenlijk al af is. Alleen dan kan hij volgens mij pas het volle gevoel van een nummer krijgen. Voordat hij gaat soleren, speel ik ook altijd het nummer tot zover af. Dan mag hij erin duiken. Net als op het podium. Een gitarist kan volgens mij niet goed op alleen een backing track reageren." RJD noemde zojuist al even een veel door hem gebruikte zangmikrofoon. Hij vindt de Shure SM 58 niet geschikt voor zang-opnames in een studio, daarentegen juist wel voor optredens.

"Niet dat de SM 58 een slechte mikrofoon is, maar er zijn er die beter bij mijn stem passen. Ik gebruik in een studio altijd het liefst een Neumann 87 en een Electro-Voice RE 20. De laatste is beter voor de echte "shouters", omdat ie de power aankan. De 87 is meer mellow, warmer. Live gebruik ik een Shure 58 weer wel, omdat die ruw is en alles kan hebben wat je erin gooit. Voor de guide vocals gebruik ik trouwens ook wel een Shure 57. De Neumann 87 liever niet, omdat je dan tegen zo'n groot geval aankijkt. Net alsof je in een bierfles zingt." Voor het inzingen maakt RJD gebruik van de totale studio. Hij heeft een hartgrondige afkeer van "zanghokken" en moet dus ook lachen om een door mij geciteerde uitspraak van Pierre Courbois, die drummen in een drumhok vergeleek met het zitten op de w.c.

"Ja, ha ha. Drums horen ook niet in zo'n hok. Ze moeten de lucht kunnen verplaatsen. Wij omringen de drums met schotten, waar we ruimtes tussen laten. Zo maken we zelf een soort hok van multiplex tegen het raam van de controlekamer. De drummer zit met z'n rug naar ons toe. We maken ook een dak met een multiplex schot en stellen de mikrofoons in verschillende plaatsen op. Zo nemen we de bass zowel binnen als buiten het schot op; we zetten een centrale mikrofoon erin, twee in de eigenlijke studio, hangen er nog een over het dak en "miken" ook alle drums nog eens.

"Het is een heel gedoe, maar dan hebben we de zaak in de hand. We gebruiken Kepex op de meeste toms om het een en ander af te kappen, zodat we ook de "ring" onder controle hebben."


Zingen vanuit het middenrif

RJD beweert het liefst niet te veel zang op te nemen. Hier en daar een tweede stem is wat hem betreft meer dan voldoende. Hij gaat ervan uit dat rockmuziek ruimte moet hebben; hard en heavy maar toch doorzichtig. Problemen met de stembanden zegt RJD niet te hebben. Ook nooit gehad. Zangers let op, want RJD weet hoe het moet.

"Je moet van hier zingen (wijst op zijn middenrif). Als je in plaats vanuit je middenrif, uit je keel zingt, gaat de luchtstroom niet langs je stembanden. En juist dat produceert het klank-timbre; de lucht die omhoog komt en je stembanden vibreert. Als je uit je keel zingt, verstik je jezelf. Ook de klank. Zo verliezen mensen hun stem, omdat ze de luchtstroom afsnijden. Ik heb het geleerd door de trompetlessen die ik vanaf mijn zesde jaar heb gehad. Het eerste wat ik 1eerde, was goed ademhalen. Elke goede leraar zal je vertellen, dat je de lucht vanuit het middenrif omhoog moet forceren. Nu kan ik niet meer fout gaan, omdat het bij mij pijn doet als ik verkeerd zing." Een adequate monitoring is natuurlijk ook een leuke hulp. RJD beaamt dat als vanzelfsprekend. Hij heeft altijd zowel een goede monitoring als een goede monitorman gehad, zegt hij. En dat terwijl de gitaartorens altijd naar hem toegekeerd stonden.

RJD gaat even verzitten, biedt me vruchteloos een sigaret aan want ik rook niet en legt vervolgens omstandig uit, hoe de podiumopstelling van de gitaristen waarmee hij gewerkt beeft, eruit zag. Ik maak eruit op dat zowel Ritchie Blackmore als Tony Iommi, de gewoonte hadden hun speakerkasten schuin naar binnen te richten. Het lijkt verdacht veel op een strafmaatregel, concludeert de zanger nu achteraf, maar problemen heeft hij er nooit mee gehad. De monitoring trok de zaak wel recht.

"Eigenlijk hoor ik mezelf altijd wel, omdat ik een sterke stem heb. Behalve de stem, heb ik ook de bass- en de snare drum door de drie floor monitors. Ik krijg de zang dan ook nog door de side fill, maar dan die het verst van de gitarist verwijderd staat. Gitaristen horen de zang liever niet aan hun kant. Dat schijnt hun geluid kapot te maken. Vraag me niet hoe, maar het schijnt zo te zijn. Door de side fill bij de gitarist hoor ik dan nog bet totale drumstel en natuurlijk de gitaar. De bas heeft een weinig direkt geluid. Die komt overal vandaan, dus die hoor ik altijd wel. In de tijd van Rainbow hadden we toch die regenboog over bet podium? Daar hingen ook nog twee zangmonitors in. Die gebruiken we afhankelijk van de situatie. Ik word graag door de zang omringd."

Wat de gitaar aangaat, krijgt RJD in de nieuwe groep met een handicap te maken, want Vivian Campbell staat liever rechts van de drums, waardoor de zanger vreest dat zijn gevoel voor oriëntatie tijdelijk ontregeld zal worden.

"Waarom hij rechts van de drums wil staan? Weet ik het. Omdat hij Iers is, denk ik. Het zal even wennen worden. Waar is de gitaar toch? Oh ja! Daar staat ie. Zoiets. De drums zullen een tijdje mijn oriëntatiepunt zijn."

Van Black Sabbath zal RJD waarschijnlijk de merkwaardige gewoonte overnemen om een vijfde muzikant (in dit geval een toetsenist) aan te trekken, die vooral zijn gezicht niet mag laten zien. Engelstaligen noemen zo'n beklagenswaardig schepsel een "shadow player". Bij Black Sabbath speelde dit figuur toetsen. Hij heet Geoff Nicholls. Ook Ronnie James gaat ervan uit dat zo'n vijfde man er alleen maar is om de gitarist het soleren te vergemakkelijken. Dat die dus ondersteuning krijgt op het moment dat de moddervette akkoorden wegvallen. Een al te grote bolleboos hoeft een dergelijke schaduw eigenlijk niet te zijn. Liever niet waarschijnlijk. Dan kan hij ook geen praatjes krijgen. In het geval Geoff Nicholls blijkt dit voor de toetsen wel zo ongeveer op te gaan. RJD heeft medelijden met hem.

"Hij is een goede gitarist en hij schrijft goede nummers, maar toetsen kan hij nauwelijks spelen. Ik denk dat mijn hond het hem zou verbeteren. Ik heb eigenlijk met hem te doen, maar hij is Tony's vriend (Iommi), zijn leven. Hij zou zelf veel kunnen, maar helpen zullen ze hem wel niet, de egoisten."


Financiele perikelen

Het gesprek verschuift naar het ondernemen van tournees. RJD hangt een lang verhaal op, met als strekking dat hij eerst de V.S. wil bewerken omdat dat de grootste markt als zodanig is. De investeringen schijnen mij gigantisch toe. RJD beaamt dat, maar vertelt dat alles van te voren tamelijk sluitend gebudgetteerd wordt. Er wordt uitgegaan van een garantiebedrag voor de optredens. Dat is een concreet gegeven. Verder bestaat er in de V.S., waar de markt aanzienlijk groter is dan hier, ondanks de recessie nog iets als een toursupport van de desbetreffende platenmaatschappij, die wil dat een artiest op stap gaat. Daarmee een niet te onderschatte bijdrage leverend tot de verkoop van zoveel mogelijk platen. En als laatste factor blijkt RJD zelf niet geheel onbemiddeld te zijn.

"Als je niet speculeert, dan bouw je ook niets op", vertelt hij zakelijk. Hij voegt eraan toe dat je geld verdienen aan een tour "wel kunt vergeten". Dat geldt dan voor hemzelf. De muzikanten "piesen naast de pot", al zullen ze daar in dit geval allerminst rouwig om zijn. De heren zijn in dienst van RJD en krijgen derhalve een vast salaris. Ongeacht wat er gebeurt en hoeveel platen er al dan niet worden verkocht.

"Ja, ze lopen geen risico's. En ik betaal ze goed. Maar ze verdienen natuurlijk wel extra aan de nummers die we gezamenlijk schrijven. Dit is mijn deal en het is mijn naam. Ik vind dat realistisch"

Ten grondslag aan deze hele gedachte ligt natuurlijk behalve het feit dat het ook de platenmaatschappij inderdaad om Ronnie James Dio gaat, een aantal bittere ervaringen in bet verleden. Met Ritchie Blackmore had RJD een 50/50 deal maar geld moet hij voor een groot deel nog zien. Hij rekent even vliegensv1ug uit, dat hij aan de fameuze gitarist inmiddels al zo'n dikke 200.000 Engelse Ponden heeft terugbetaald. Die schijnt de kleine baas aan de gitarist met de fraaie pruik schuldig te zijn geweest. Het wordt me niet duidelijk hoe dat geld van de een naar de ander is verhuisd. Vooral niet als RJD even later met hernieuwde bitterheid in zijn stem vertelt dat de achterstallige centen door de Britse fiscus zijn ingepikt. De enige voldoening die de zanger daaruit kan putten, is dat Blackmore "nou ook eens ergens niets van krijgt".

Uit de verhalen die de teleurgestelde zanger opdist, maak ik op dat hij nog steeds recht meent te hebben op grote geldbedragen die geblokkeerd zijn, doordat de administratie niet geheel deugde. Het zal wel om die 200.000 gaan, want ik kan me nauwelijks voorstellen dat RJD Blackmore even een bedragje heeft doen toekomen op grond van verplichtingen uit het verleden. Voor de zanger allemaal nogal onaangenaam. Bovendien voelt hij zich persoonlijk aangesproken, doordat de manager die Blackmore tegen hem heeft opgestangd, z'n beste vriend was, die hij destijds bij Blackmore als zakenwaarnemer introduceerde. Maar hij heeft geleerd zegt hij, al was het een "hele dure les".

Een laatste woordje is nog niet gesproken, want de zanger overweegt een gewiekste advokaat in de arm te nemen, al is hij bang dat hij dan alles aan deze persoon kan betalen! Ook met Black Sabbath vormde RJD een op papier geconcretiseerd bondgenootschap. En ook nu weer dreigen ingewikkelde problemen rond de financiën. "Ach", zegt de zanger schouderophalend, "het geld kan me niet schelen, het gaat me om het met modder gooien". Terug naar af dus. En ik vraag RJD maar eens waarom hij denkt dat de heren Butler en Iommi dat nou allemaal menen te moeten doen. "Omdat het mafketels zijn. Omdat ze hoegenaamd niet intelligent zijn en bet gevoel hebben zichzelf te moeten beschermen. Tegen wat dan ook. Waarom kun je in zo'n geval als dit toch nooit vrienden blijven en al het zakelijke gezanik aan advokaten overlaten?"

In deze trant gaat het nog even door, waarbij we terecht komen op het schrijven van teksten. RJD is terecht van mening dat zijn komst bij Black Sabbath een bepaalde vorm van intelligentie bracht in een groep die muurvast zat in een uitgemolken formule.

"Geezer (Butler, de bassist) schreef vroeger geloof ik alle teksten. Ozzie (Osbourne, RJD's voorganger in Black Sabbath) kan waarschijnlijk zijn eigen naam niet eens schrijven. Maar ik heb nooit veel gevonden in de teksten van Geezer: "Finished with my woman 'cause she couldn't help me with my mind". Jonge jonge, hoe kom je erop. Nee, ik kwam bij Black Sabbath op een moment dat ze belachelijk begonnen te worden. En toen werden ze ineens weer wat meer gerespecteerd. Ken je Heaven and Hell? Dat vind ik nog steeds een vreselijk goed nummer. Eigenlijk heb ik voor Black Sabbath mijn beste dingen geschreven."

Inspiratie voor teksten haalt RJD voor een aanzienlijk deel uit middeleeuwse, Koning Arthur-achtige mythen en sagen. Zijn filosofie komt erop neer dat mensen het overdag al moeilijk genoeg hebben en daarom niet met pasklare waarheden opgezadeld hoeven te worden. Ze moeten een uitlaatklep hebben, hun fantasie aan het werk kunnen zetten. Daarom is het de bedoeling dat ieder een tekst van RJD op eigen wijze interpreteert. In principe vindt RJD dat iedereen gelijk kan hebben met wat er bedoeld wordt. Zelf leest de zanger veel voordat hij gaat opnemen. Niet om iets te stelen, maar om in de juiste gemoedstoestand te komen.

J van E, Music Maker August 1983