ROGER GLOVER

EEN EN EEN IS DRIE


Veel muzikanten zal de naam Roger Glover weinig zeggen. Hoogstens zal men zich vaag herinneren dat iemand die zo heette, basgitaar bij het roemruchte betongezelschap Deep Purple speelde. Dat klopt. Tot voor een jaar of zeven maakte Roger in de hoedanigheid van bassist-songschrijver deel uit van die groep. Toen Purple op haar toppunt van haar roem stond, verliet Roger naar aanleiding van een hele serie twistpunten de band. Hij besloot zich op produktie toe te leggen en deed dat niet onverdienstelijk. Het meest tastbare voorbeeld daarvan is "Love Is All", een nummer van de elpee "Butterfly Ball".

Velen zullen zich dat nummer herinneren door het tekenfilmpje dat op de tv gestalte aan de muziek gaf. Het filmpje was een klein stuk van wat een volwaardige tekenfilm moest worden. De produktie van Roger Glover was dus in feite een filmsoundtrack. Zelf schreef hij niet alleen de muziek, maar ook de teksten. Helaas was de maatschappij die de film zou financieren, al gauw door het beschikbare kapitaal heen, waardoor het bij "Love Is All" is gebleven.

Maar Roger liet er zich niet door uit het veld slaan en produceerde verder. Hij nam onder andere Nazareth, Rory Gallagher en Spencer Davis onder handen. Medio vorig jaar liep hij Ritchie Blackmore weer eens tegen het lijf. Diens groep Rainbow werd geteisterd door allerlei interne moeilijkheden, waardoor Roger als producer aangetrokken werd. De groep bestond op dat moment nog uit Blackmore, drummer Cozy Powell en zanger Graham Bonnet. De inbreng van Roger zou aanvankelijk uitsluitend het schrijven van materiaal en de produktie inhouden. Maar wat er ook aan audities gedaan werd, een geschikte bassist werd niet gevonden.

Misschien durfde niemand het meer met de beruchte Blackmore aan. In ieder geval besloot producer Glover zelf de baspartijen maar voor zijn rekening te nemen. Daarbij beperkte hij zich tot het hoognodige, aangezien zijn basgitaren zes jaar lang praktisch niet uit de koffers zijn gekomen. Het gevolg was de verleden jaar verschenen elpee "Down To Earth".

Naar aanleiding van een nieuwe elpee moet er natuurlijk getourd worden. Promotie is nou eenmaal onontbeerlijk, wil een plaat verkopen, en willen de muzikanten verdienen. Een geschikte bassist was er nog steeds niet. Dus werd Roger benaderd om ook mee op toernee te gaan. Na enige aarzeling besloot hij dat te doen. Met het hieraan voorafgaande in het achterhoofd, besloot ik tot een interview met bassist/songschrijver Roger Glover. Vaak blijkt namelijk dat degenen die wat minder op de voorgrond treden, daarom niet minder te vertellen hebben. Integendeel.

Producties

Ik tref Roger aan de bar van het Rotterdamse Hilton Hotel, waar ook Ritchie Blackmore (die natuurlijk geen interviews wil doen behalve één voor de tv) rondzwerft. Roger doet niet moeilijk en zegt na door de platenmaatschappij voorbereid te zijn, meteen ja. We trekken ons in twee comfortabele fauteuils terug en raken aan de praat. Roger stelt me niet teleur. Hij is iemand die weet waar hij het over heeft, en komt zonder problemen voor zijn mening uit. Uiteraard begint onze conversatie bij zijn toetreding tot Rainbow, na meer dan zes jaar uitsluitend productie.

"Het is vreemd om na al die jaren weer met een basgitaar op te treden" zegt Roger. "Ik was er eigenlijk mee opgehouden, maar nu ik het weer doe, bevalt het me wel. In het begin ging het niet zo soepel. Nu heb ik het gevoel dat ik nooit weg ben geweest. Toen ik twee weken had gespeeld was ik weer de oude. In feite vind ik dat ik nu beter dan vroeger speel. Ik denk dat het net zoiets is als fietsen: je verleert het nooit."

Roger vervolgt met te vertellen dat zijn toetreding tot Rainbow volkomen toevallig is geweest. Hij was ingehuurd als producer en niet als bassist. Het toeval overigens, is iets wat, zoals de lezer in het verloop van dit verhaal zal merken, een grote rol in de muzikale carrière van Roger Glover speelt. Hij hecht er dan ook grote waarde aan. Waarom, wordt later duidelijk.

"Eigenlijk had ik beslist niet de bedoeling om weer in een groep te gaan spelen. Laat staan weer op toernee te gaan. Maar ik was als producer ingeschakeld toen de oude Rainbow nog bestond. We deden toen nog niets in de studio. Het was uitsluitend repeteren waar het om ging. Op een bepaald moment verlieten een paar mensen de groep, zodat ik me voorlopig maar terugtrok. In afwachting van het moment dat ze de zaak weer in de hand hadden. Om de één of andere reden vonden ze nooit een geschikte bassist. De plaat moest opgenomen worden, zodat ik maar de bas heb gespeeld. Nog steeds niet met de bedoeling om vast in de groep te gaan spelen. Het was zuiver een noodmaatregel. Ik zag het als een verlengstuk van de productie waarmee ik bezig was. Maar zoals het vaak gaat, halverwege de plaat ging het zo goed met de samenwerking dat Ritchie me voorstelde om er vast bij te komen. Ik heb er even moeite mee gehad.

Toch heb ik het gedaan, omdat ik het als een verse ervaring zie. Daarbij komt dat ik nu eigenlijk precies kan doen wat ik wil: schrijven, produceren en af en toe spelen. Ik weet natuurlijk niet wat er allemaal gaat gebeuren, maar voorlopig zie ik dit als iets permanents. Voor zover iets natuurlijk permanent kan zijn. Wel betekent het dat ik voorlopig mijn andere produkties stop heb gezet. Ik heb er geen tijd voor. Misschien dat dat nog verandert en dan zal ik zeker weer produceren. Ik heb nogal wat aanbiedingen gehad die ik met enige spijt afgewezen heb. UFO heeft me bijvoorbeeld gevraagd. Dat trok me wel. Het is 'n prima band om te produceren. Maar je kunt niet alles tegelijk doen."

Als ik hierna opper dat veel van zijn produkties op het betonvlak liggen, haast Roger zich met te verklaren dat hij in feite de meest uiteenlopende dingen heeft gedaan. Een goed voorbeeld daarvan is natuurlijk al de soundtrack voor "Butterfly Ball". Maar hij heeft nog veel meer gedaan. Als zijn meest bizarre productie noemt Roger een "Bunny" uit de Londonse Play-Boy Club waarmee een C & W elpee opgenomen werd!

"Het meeste ken je waarschijnlijk niet omdat het niet in Nederland uit is. Ik heb juist de meest uiteenlopende dingen gedaan, omdat ik vind dat een producer dat moet kunnen. Voor een producer maakt het in feite weinig uit om welke muzieksoort het gaat. De problemen waarvoor je komt te staan zijn in een studio altijd hetzelfde. Het gaat elke keer weer om het zo goed mogelijk registreren van het geluid."

Schrijven

Roger is een free-lance producer, hetgeen inhoudt dat hij aan niemand of niets gebonden is. Hij leerde de fijne kneepjes van het produceren in zijn Purple-tijd. De groep produceerde zelf haar platen in nauwe samenwerking met technicus Martin Birch. Dat betekende in feite dat de groepsleden precies wisten hoe ze het wilden hebben, aar een technicus nodig hadden om die muzikale wensen opnametechnisch te vertalen. In het totale gebeuren, werd Roger steeds belangrijker, met name waar het om zijn inbreng wat de zang betreft, ging.

"Ik deed samen met Ian Gillan erg veel aan de zang. Ik zong niet zelf, maar probeerde hem aan te geven wat in een bepaald stuk het beste zou klinken. Daarbij heb ik denk ik vrij goed geleerd hoe ik met een muzikant om moet gaan. Dat is heel erg belangrijk. Veel van de techniek heb ik natuurlijk geleerd door goed op te letten en Martin Birch telkens te vragen waarom hij dat deed. Toch deed ik die dingen niet om later producer te worden. Het was zuiver interesse. Mijn eerste productie gebeurde dan ook volkomen toevallig. Ik kwam een vriend tegen die geen geschikte producer kon vinden. Gewoon zonder bijbedoelingen zei ik dat ik het wel wilde doen. Mijn volgende productie was Nazareth. Waarom zij me toen eigenlijk gevraagd hebben, is me nog steeds een raadsel. Maar het ging erg goed met die samenwerking. We hadden succes, waardoor de keus toen ik Deep Purple verliet, niet al te moeilijk was. Ik zat al min of meer in de productie en kon er dus zo dieper in duiken. Een nieuwe carrière lag dus voor de hand."

Roger verliet Deep Purple niet uitsluitend omdat er een nieuwe horizon in het verschiet lag. De onmin binnen de groep veroorzaakte al enige tijd de nodige agressieve verwikkelingen. Bovendien kreeg Roger meer en meer het gevoel dat zijn activiteiten binnen de groep gewoon "werk" werden. De spanning was er dus uit. Hij vertelt desgevraagd dat hij zichzelf wat de muziek betreft ook niet als een professional ziet. Hij is een "amateur", zo verklaart Roger Glover en dan één die geld verdient.

"Ik vind niet dat ik werk in de zin van zoveel uur arbeid en zoveel uur vrij. Dat wordt me namelijk wel gevraagd. Ik werk eigenlijk 24 uur per dag, of liever, ik ben 24 uur per dag bezig. Iemand als ik heeft geen vaste uren en omdat ik graag doe wat ik doe, zie ik het niet als werk."

Voortvloeiend uit zijn activiteiten als songschrijver, stak het Roger tijdens de Purple-periode erg, dat hij en Blackmore al het materiaal schreven, terwijl de hele groep ervoor gecrediteerd werd.

"Ja, Ritchie en ik schreven eigenlijk alles, hoewel Ian Gillan veel aan de teksten deed. Dat moet eerlijk gezegd worden. Maar je kunt je voorstellen dat daardoor nogal wat onrust veroorzaakt werd. je krijgt het gevoel dat twee of drie man het werk voor vijf doen, terwijl iedereen gelijk opdeelt. Het was niet dat Jon Lord en Ian Paice lui waren. Ze werkten echt wel, maar eigenlijk alleen als de nummers klaar waren. Jon arrangeerde af en toe wat. Vooral Ritchie had daar erg veel problemen mee."

De werkwijze zoals Roger vroeger hanteerde, gaat ook voor Rainbow op. Dat impliceert dat Ritchie of Roger een riff of een accoordenschema maken, en naar aanleiding daarvan verder werken. Teksten zijn er dan nog niet. De hele groep werkt dan vervolgens de eerste ideeën gezamenlijk uit, waarna men de studio ingaat. In de Purple tijd waren het Ian Gillan alleen of Ian Gillan en Roger Glover samen, die voor de teksten zorgden. Bij Rainbow is dat veranderd. Roger verzorgt het verbale gedeelte nu alleen. Nummers schrijven is in groepen als Rainbow en vroeger Deep Purple dus in feite een kwestie van ideeën en teksten samenvoegen.

"Zo werken Ritchie en ik nu ook. Alleen ligt het zwaartepunt vergeleken met vroeger anders. Ritchie verzorgt het muzikale gedeelte voor een groot deel. Ik doe de rest en schrijf de teksten. Ik ben dus vrij duidelijk productioneel bezig, omdat ik een aantal ideeën tot een zo interessant mogelijk geheel verwerk. Verder vertel ik net als vroeger onze zanger (Graham Bonnet) hoe hij moet zingen."

Deep Purple

"Veel van wat ik produceer, gaat meer uit van de muzikale hoek, artistiek zoals je wilt. Dat meer dan dat ik met geluid werk. Veel groepen en solo artiesten weten namelijk niet goed hoe ze een nummer moeten structuren. Ik wil daarmee niet zeggen dat ik zo'n expert ben, maar ik heb er veel ervaring mee. En ik ben van mening dat sommige nummers altijd goed klinken. Hoe ze ook uitgevoerd worden. Maar dat zijn er maar weinig. De meeste nummers klinken middelmatig, maar zijn enorm te veranderen door een goede productie. Gebeurt dat niet, dan is een zeer middelmatige product het gevolg. Het belangrijke is dus het goede uit een middelmatig geheel halen. Een goed nummer klinkt altijd goed."

Om de lezer nog een goede indruk te geven van hoe een muzikale carrière als die van Roger Glover aan het toeval kan afhangen: hij kwam evenals praktisch een hele generatie muzikanten, via een schoolband in de muziek terecht. De groep waarin Roger speelde heette Episode Six. Behalve hij, was ook Ian Gillan van de partij. Roger had aanvankelijk geen enkele ambitie om ooit beroepsmuzikant te worden. Hij zag het zuiver als een plezierige bezigheid.

"Pas de laatste zes jaar is dat anders komen te liggen. Ik neem mijn beroep nu vrij serieus. Zelfs toen ik in Deep Purple speelde, zag ik de zaken niet serieus. We hebben ook nooit geprobeerd om succesvol te worden. We werden het gewoon. Tegenwoordig wordt het zakelijke aspect steeds belangrijker. In die zin is de muziekwereld enorm veranderd. Niet ten goede, vind ik. Het ergste vind ik dat het experiment verdwenen is. Dat is ook het goede van New Wave. Niet dat ik al die muziek kan waarderen, maar het is tenminste fris. Men durft te experimenteren. En dat is noodzakelijk, omdat het oudere muzikanten aan het denken zet."

In '69 verliet Roger samen met kameraad Gillan zijn eerste groep om in Deep Purple te spelen. Purple stond ook nog in de kinderschoenen, maar kon bogen op een Amerikaanse hit. Aanvankelijk lag het in de bedoeling om alleen 'n zanger aan te trekken. Deep Purple had namelijk al een bassist. Ene Nick Simper. Maar omdat Roger en Ian nogal wat muziek samen schreven, werd Simper de laan uitgezwiept en had ook bassist Glover een nieuwe aanstelling. Voor hem was het een stap vooruit. Nooit eerder had hij maar iets aan de muziek verdiend en nu krijgt hij ineens een vast weekloon. Wat een luxe!

"Het was allemaal vreselijk toevallig. Toen realiseerde ik me dat helemaal niet. Maar als ik nu op die periode terugkijk, krijg ik het benauwd van al die mazzel. In de tijd dat ik en Ian bij Purple kwamen had de groep de naam goede nummers te kunnen arrangeren. Ondanks dat er mensen in de groep zaten die konden schrijven. Daarom trokken ze eerst Ian Gillan aan, vooral om zijn stem, en later ook mij toen ze erachter kwamen dat we veel samen schreven. Eigenlijk hadden ze helemaal geen bassist nodig. Ik ben ook geen goede bassist in de zin van iemand als Jaco Pastorius. Daarover maak ik me helemaal geen illusies. Ik ben goed genoeg om te kunnen doen wat ik moet doen. Die instelling heb ik altijd al gehad. Daarom ben ik ook geen groepsleider en heb ik na Purple ook geen groep geformeerd. Voor mij had er niet meer ingezeten dan altijd derde keus te moeten zijn. Het was een terugkeer naar de Episode Six tijd geweest. Af en toe een optreden, af en toe een elpee, zonder veel succes. En daarom erg vervelend.

Produceren was dus een uitkomst voor mij. Het was vers en ik kon er nog alle kanten mee op. Maar nu ik dat zes jaar heb gedaan, voel ik weer de behoefte om iets nieuws te doen. Vandaar dat ik nu bij Rainbow speel, waar ik precies die combinatie heb die me aanstaat: ik speel, ik produceer en ik schrijf. Zoals ik je verteld heb, is het ook nu weer toevallig verlopen. Mijn hele leven lang zijn er dingen met mij gebeurd, ik heb ze niet laten gebeuren."

Op mijn vraag hoe lang Roger denkt deel uit te maken van een groep als Rainbow, antwoordt hij dat het net zo goed een paar maanden als een paar jaar kan zijn, maar voegt er aan toe dat hij "er niet jonger op wordt" (hij is 34).

"Dergelijke vragen zijn altijd lastig te beantwoorden. Ik kan mezelf niet als een 50-jarige rockster voorstellen. Maar je kunt het nooit weten."

Diplomatie

De oliecrises van 1975 zette radicaal een streep onder een veelbelovend project waarbij Roger betrokken was. Het betreffende product was het filmthema voor een tekenfilm, "The Butterfly Ball and the Grasshoppers Feast" geheten. Roger maakte wel de elpee af, maar de totale tekenfilm kwam er nooit. De oliecrisis deed de financiers besluiten af te zien van verdere investeringen.

Roger: "Dat was erg vervelend, maar we waren niet de enige gedupeerden. In Engeland zette men toen elke productie die niet bij voorbaat financieel succesvol leek stop. Bij jullie in Nederland werd het nummer veel gedraaid, maar het sloeg niet aan. Hier wel, evenals in Frankrijk. Dat filmpje was in feite de 'pilot' van de film die gemaakt moest worden. Mijn werkzaamheden omvatten het schrijven van de muziek en de productie. Ik heb zelf nauwelijks op de plaat gespeeld. Ik geloof twee nummers bas en hier en daar wat synthesizer. Ook wat dat laatste betreft ben ik geen beul, je zou me 'home made' kunnen noemen."

Wat ons de opnametechnieken opbrengt. Roger vertelt dat hij genoeg weet om technicus te kunnen zijn. Hij hanteert dus ook hier zijn instelling van genoeg weten om te kunnen doen wat nodig is. Daarbij merkt hij heel terecht op, dat je voor de techniek tenslotte een technicus naast je hebt. Wel vertelt hij dat er twee verschillende soorten producers bestaan.

"Je hebt de producer die uit de technische hoek komt. Hij is dus muzikant geweest. Daar hoor ik natuurlijk bij. Maar ik weet genoeg om te kunnen beoordelen of een opnametechnicus goed is of niet. Als hij me beduvelt, merk ik dat heel goed. Meer hoef ik niet te weten. De opnametechniek is academisch. Ik weet welke geluiden ik wil horen en het is zijn zaak om ze tevoorschijn te halen. Lukt hem dat niet, dan kan ik suggesties doen. Dat is genoeg. Ik wil geen technische producer worden omdat dan de artistieke kant van de zaak in de weg kan staan. Ik kan het nog wel duidelijker stellen: als ik een schakelaar op de mixer overhaal, weet ik wat er gebeurt en wat het resultaat is. Ik weet niet hoe dat gebeurt. Of waarom. En dat hoef ik niet te weten."

Af en toe onderbroken door fanatieke Rainbow fans en een wat onduidelijk opererende t.v.-ploeg, zetten we onze onze conversatie voort. Roger gaat nog even verder over zijn producties en stelt dat een goede producer zijn persoonlijkheid mee moet hebben. Hetzelfde vertelde Richard de Bois enkele maanden geleden ook al. Voornamelijk ligt dat in het vermogen om met mensen om te kunnen gaan.

"Iemand heeft ooit gezegd dat de kunst van het produceren in twee woorden vervat kan worden: Henry Kissenger. Met andere woorden je moet een rasdiplomaat zijn. Je krijgt zo vaak de situatie dat je muzikanten met een bepaalde hang-up in de studio krijgt, en dat jij als producer maar uit moet zoeken hoe je die man benaderen moet. Het is de dus de kunst om in een koude omgeving als een studio, een optimaal resultaat uit iemand te halen. Je moet de mensen dus op hun gemak kunnen stellen en ze een beetje een definitie geven van waarmee ze bezig zijn.

Neem bijvoorbeeld een gitaarsolo. Vaak is het zo als je iemand maar een eind raak laat spelen, je alle cliché's te horen krijgt die er maar zijn. Je moet die man ervan kunnen overtuigen dat wat hij doet door wie dan ook hetzelfde gedaan kan worden. Je moet hem tot het besef brengen dat je iets van hemzelf wilt horen. En hoe doe je zoiets? Bij de één gaat het makkelijk, bij de ander heel moeilijk. Dat moet je aanvoelen. Je moet kunnen beoordelen of je iemand heel voorzichtig aanpakt, of dat je tegen iemand zegt dat ie een zak is die maar een hoop onzin zit te spelen. Er komt een hoop psychologie bij."

Hoewel Purple zichzelf altijd produceerde, is Roger van mening dat negen van de tien artiesten een producer nodig hebben. Hij vertelt naar aanleiding daarvan dat hij bij de opnamen van zijn tot nu toe enige solo elpee "Elements" daarom voor een vertrouwde technicus koos: Martin Birch waarmee hij al zo vaak gewerkt had.

Klankverschillen

"Als je rockmuziek gaat opnemen, moet je erg veel aandacht aan de drums schenken. Meer dan aan iets anders eigenlijk, omdat rockmuziek bij gratie van de 'beat' bestaat. Het slagwerk zorgt voor die beat. Als ik andere platen beluister, luister ik altijd heel goed naar de drums. Maar als je met iemand als Ritchie speelt, moet je minstens evenveel aandacht aan het gitaargeluid schenken. Hij kan namelijk niet goed spelen als hij een slecht geluid heeft. In feite is alles natuurlijk belangrijk, maar ik stel altijd prioriteiten. Bij Rainbow zijn dat de drums en de gitaar. Daarop is het groepsgeluid gebaseerd. Wat de basgitaar betreft, maak ik me minder druk."

"Je kunt alles net zo goed in stellen, maar de ene muzikant klinkt altijd anders dan de andere. Het instrument betekent in feite niets. Het gaat om de man erachter. Je kunt via een lijnuitgang een fantastisch basgeluid instellen, waarna een andere bassist, opgewonden van het goede geluid het ook eens wilt proberen. Vaak klinkt hij dan ineens heel slecht. Je hebt mensen die met een Gibson Les Paul en een Vox AC 30 de studio binnenkomen en dan willen klinken als Jeff Beck of als Eric Clapton. Dat kan natuurlijk niet omdat ze geen Beck of Clapton zijn. Soms kun je ze dat maar niet uitleggen."

Als tussendoortje vertelt Roger dat hij vroeger op een Fender Precision of een Rickerbacker 4001 baste. De laatste heeft hij nog, maar die is ergens diep in huize Glover weggeborgen. Voor de weinige baspartijen die hij de afgelopen jaren verzorgde, maakte Roger gebruik van een oude Gibson Thunderbird. Ook tijdens de Rainbow concerten speelt hij op een dergelijk instrument, al is het een nieuwe. De oorspronkelijke Thunderbird klonk goed, maar kwam wat ongelukkig op een Amerikaanse vloer terecht. Het resultaat was een gebroken hals, waardoor de basgitaar in reparatie is. Om nog enigszins in het Rainbow tumult mee te kunnen doen, is Roger maar op de Rainbow-basinstallatie gaan spelen. Die installatie bestaat uit twee cabinetten met Gauss speakers aangedreven door Crown versterkers.

Onthouden

Onze conversatie wordt vervolgens voor de zoveelste keer verstoord. Deze keer moet Roger samen met Ritchie Blackmore een t.v. interview doen. Hij verdwijnt dus een half uur, hetgeen ondergetekende doet besluiten maar een pilsje te vatten, in de veronderstelling dat het gesprek hiermee wel afgelopen zal zijn. Ik besluit me vervolgens op drummer Cozy Powell te storten, maar ook die is bezet. In de hal stuit ik via via echter weer op Roger Glover, die voorstelt de conversatie voort te zetten. Ritchie Blackmore loopt achter hem aan en wijst hem op het belang van de aanstaande soundcheck. Of we het maar kort willen maken. Roger reageert nauwelijks, terwijl Blackmore tegen me zegt dat soundchecks 'very important' zijn. Met die woorden verdwijnt hij richting bar, waar hij het nodig vindt mijn vriendin oneerbare voorstellen te doen. Hij wil een interview 'in his room' wel toestaan, verklaart hij grootmoedig. Die Blackmore.

Roger vertelt me in de tussentijd dat hij thuis de nodige instrumenten en opnameapparatuur heeft staan. "Ik heb net genoeg om wat met de ideeën die ik krijg, te doen: wat opnamespullen, een paar keyboards, een drumstel, een versterker en een basgitaar. Op het ogenblik doe ik er maar weinig mee."

"Ik ben niet iemand die voor zichzelf hele wanden in elkaar knutselt. Daar komt bij dat ik wat mijn eigen muziek betreft, veel in teksten denk. Bij Rainbow werken we niet zo, maar voor mezelf ben ik veel met woorden bezig. Een piano is daarom een geschikt instrument. Op een basgitaar kun je niet schrijven, of het moet muziek zijn waarin de bas centraal staat. Je kunt muziek op heel verschillende manieren schrijven. Veel hangt af van de stemming waarin je verkeert. Maar thuis speel ik eigenlijk alleen maar. Het echte werk doe ik in een studio. Als je thuis werkt, is er niet die spanning die je omringt in de studio. Die spanning heb ik nodig om goed te kunnen werken.

Kijk, als een studio £ 50,- per uur kost, wil je wel werken! Daar werk ik naar toe. Ik boek bijvoorbeeld een studio en muzikanten, voordat ik zelfs maar één nummer heb. Heb ik die stok achter de deur, dan ga ik aan het werk. Ik weet dan dat als ik 's avonds niets goed heb, de muzikanten niets te doen hebben en er een heleboel geld verloren wordt. Uit ervaring weet ik dat als ik die spanning niet achter me heb, ik niets uitvoer. Zonder stress, geen muziek. Dingen die ik bedenk, probeer ik zoveel mogelijk te onthouden. Ik heb gelukkig een uitstekend geheugen voor melodieën. Maar in twijfelgevallen neem ik stukken op. Ik kan wel muziek lezen, maar veel te langzaam. Dus ga ik uit van onthouden en opnemen. Het laatste kan finaal uit de hand lopen. Ik heb altijd wel een kleine cassetterecorder bij me en ben zo in het bezit gekomen van duizenden bandjes met riffjes, stukjes tekst, melodieën. Met de meeste daarvan gebeurt natuurlijk nooit meer iets. Ik ben te lui om ze allemaal af te luisteren. Feitelijk is dat niet nodig, omdat je de dingen die echt goed zijn, meestal in je opneemt en nooit vergeet.

Studiotijd

Uit het voorafgaande zou op te maken zijn dat Roger één van die producers is, die muziek schrijft en vervolgens op zoek gaat naar iemand om dat op te nemen. Niets is minder waar. Hij zal zelfs vertellen dat hij niet opneemt om uit te brengen. Het gaat hem zuiver om het uitvoeren van muzikale ideeën. Wordt er ooit nog iets mee gedaan, uitstekend, gebeurt dat niet, ook goed. Een dure hobby zou je zeggen, ware het niet dat dergelijke werkzaamheden voor iemand als Roger een soort investering zijn. Maar hij heeft nog nooit iemand benaderd, het is altijd omgekeerd gebeurd. Hoogstens stelde hij iemand als Eddie Hardin (toen bij Spencer Davis) tijdens een alcoholische avond voor een keer een goede producer te nemen. Waarop het management hem belde en vroeg of hij het wilde doen.

"Ik schrijf voor mezelf, niet als zanger, maar als producer. Dat is mijn vak. Het is weleens anders geweest. In de "Butterfly Ball" tijd bijvoorbeeld. Toen had ik een duidelijk beeld van wie welk nummer moest zingen of spelen. Je gaat dan anders werken omdat je rekening met de mogelijkheden van die mensen moet houden. Ook bij Rainbow ligt het enigszins zo. Ik schrijf muziek met het geluid van die groep in mijn achterhoofd. Met de stem van Graham bijvoorbeeld. Hij heeft een goeie stem met veel mogelijkheden en kan dus ongebruikelijke melodieën zingen. Je hebt er dan alweer een mogelijkheid bij. Andere mensen hebben weer een goede stem, maar een beperkter bereik. Daarmee hou je dan ook weer rekening. In principe, schrijf ik voor mezelf. Niet voor mezelf als zanger of zoiets, want ik en geen zanger, maar gewoon om iets te creëren. Als ik iets klaar heb, ben ik er eigenlijk niet meer in geinteresseerd. Het gaat me om het doen."

Naar aanleiding van "Elements", Roger's tot nu toe enige elpee (die ik overigens nog nooit gehoord heb), komen we op het punt van eindeloze opnamesessies. Roger maakte Elements namelijk in twee weken en beweert naar aanleiding daarvan dat er te veel geld aan overdreven veel studio-uren weggegooid wordt.

"Je krijgt situaties als die van Fleetwood Mac die negen maanden in een studio zitten. Helaas zijn die negen maanden niet terug te vinden in het eindresultaat. Een snel opgenomen elpee is in muzikaal opzicht vaak veel beter dan één waarover maanden is gedaan. Je hebt dan namelijk geen tijd om dingen overdreven vaak recht te zetten of te rechtvaardigen. Ook heb je geen tijd om overal urenlang over te discussiëren. Er moet vaart in zitten. Vandaar mijn instelling van 's morgens de avond voorbereiden en dan 's avonds opnemen. Het is niet erg om fouten te maken. Soms is het goed dat die erin zitten omdat het een gevoel van het moment naar voren brengt.

Als je de tijd hebt om er nog eens twee weken naar te luisteren, ga je alles weer veranderen bij een poging om het beter te maken. Vaak bereik je het tegendeel en haal je in ieder geval de spontaniteit eruit. Spontaniteit is erg belangrijk, wat nog een reden is waarom ik graag in een studio schrijf. Alles wat je doet is namelijk vers. Ontevreden ben je achteraf toch altijd, hoe lang je ook over iets na hebt gedacht. Ben je dat niet meer, dan ben je op de verkeerde weg."

"Bad Deal"

"Rockmuziek is een creatieve bezigheid, maar geen kunst. Ik geloof dat je rockmuziek nooit te serieus moet nemen. Doe je dat wel, dan vind je jezelf te belangrijk, waardoor je niet meer ziet wat de waarheid van je muziek is. Pretentieus ben ik zelf ook weleens geweest. Misschien nu wel, om wat ik zit te vertellen. Maar 'pretentieus' is een relatief begrip. Wat de één pretentieus vindt, vindt de ander niet. Je kunt dergelijke dingen dus op het moment nooit goed beoordelen. Dat kan pas achteraf. In ieder geval moet je ervoor zorgen dat er altijd humor in de muziek zit. Bij Purple hebben we bewust geprobeerd om niet te pretentieus te worden. In de teksten zat altijd wel humor, de muziek was erg direkt en we probeerden nooit echt indruk op mensen te maken. We lieten dus niet zien hoe goed we wel konden spelen, of hoe diep onze teksten wel gingen. We wilden gewoon dat het publiek een fijne avond had."

Met het voorafgaande somt Roger eigenlijk heel concreet op, waar het hem om gaat. Omdat hij op het punt staat richting soundcheck af te reizen, vraagt hij me waar het concert van vanavond plaats vindt. Ik vertel hem dat de lokatie die avond de AHOY-Hal is en leg hem vervolgens uit wat voor een zaal hij tegemoet mag zien. Roger luistert aandachtig en verklaart dat 'rockaudiences' vaak maar een "bad deal" krijgen.

"Vroeger hebben we veel festivals gedaan. Daarmee zijn we opgehouden omdat wij het niet leuk vonden en het publiek al evenmin. Waarom al die moeite? Ik prefereer een theater waarin hoogstens zo'n drie à vierduizend mensen kunnen. Jammer genoeg is dat voor een groep als Rainbow onhaalbaar. Een tour als deze kost zoveel geld... kijk maar eens naar de hoeveelheid apparatuur die we mee moeten slepen. Het is echt ontstellend. Ik vraag me soms zelfs af hoe de roadies de hele zaak van de ene plaats naar de andere krijgen."

Op dit punt van de conversatie stonden Roger en ik eigenlijk al half op om afscheid te nemen. Als ik hem echter vraag of het nou echt nodig is al die apparatuur, zakt hij nog even in de kussens weg. En stelt dat dat inderdaad de vraag is. Heb je al die apparatuur echt nodig?

"Wat Rainbow betreft (Roger trekt een wat zuinig gezicht en formuleert zeer behoedzaam), moet je het als volgt zien: We spelen op een bepaald volume omdat Ritchie op een bepaald volume speelt. Hij heeft dat altijd al gedaan en hij zal ook niet veranderen. Voor de groep betekent dat ook wij op een bepaald volume moeten spelen. Nu is er in principe niets tegen volume, zolang je het maar intelligent gebruikt. Je moet dus zorgen dat er dynamiek in de muziek zit. Dat je niet constant op hetzelfde niveau doordreunt en dat je het volume als een instrument op zich gebruikt. Want dat is het. Of liever kan het zijn. Je kunt er iets mee zeggen. Volume moet daarom niet misbruikt worden."

Roger praat nog wat verder over dat volume, waarbij ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat hier sprake is van een onoplosbaar meningsverschil. Rainbow speelt, zoals later tijdens het concert zal blijken, enorm hard. Van de door Roger zo zorgvuldig geformuleerde stelling blijft in de praktijk dus maar weinig over. Zelf kan hij daar weinig tot niets aan doen, terwijl het aan de andere kant zeer aannemelijk is dat hij vanaf zijn plaats op het podium niet eens kan controleren hoe het geluid in de zaal is. Jammer voor hem was dat slecht. Om niet te zeggen bij vlagen abominabel, omdat er behalve een muur van gitaargeluiden, dreunende drums en overspannen klinkende zang, weinig overeind bleef. Slechts in de stevig gearrangeerde rocknummers bereikte Rainbow wat dat betreft een aanvaardbaar peil. Daarvan is Roger zich tijdens het concert waarschijnlijk nauwelijks bewust. Tijdens onze conversatie natuurlijk nog minder. De indruk dat het hier om een soort heet hangijzer gaat, leid ik af uit het feit dat Roger maar gauw over iets anders begint. Hij vertelt dat er nadat de roadies en de reis en verblijfskosten plus huur van de PA en lichten afgerekend zijn, weinig tot niets van de gages overblijft. De groep moet de verdiensten uit de platenverkoop halen en hopen dat die weer door de optredens wat opgevijzeld wordt.

"Aan de tournee verdienen we bijna nooit. Dat was inde Purple-tijd al zo. Het vervelende is dat degene die daarvoor betaalt, de fan is. Hij moet veel geld betalen voor een ticket, waarna hij de groep vaak alleen met een verrekijker goed kan zien. Maar 'that's rock & roll'. Ik kan niet alles wat we doen rechtvaardigen, omdat ik niet geloof dat alles wat we doen goed is. Je zou kunnen stellen dat je in kleinere zalen kunt optreden, zodat onze kosten lager worden en de fans dus minder entree hoeft te betalen. Maar dat gaat om twee redenen niet: ten eerste bereiken wij minder mensen, waarvoor de kans dat we uit de kosten komen, een stuk kleiner wordt, en ten tweede is er de spanning van een groot rockconcert, die niet in een kleine zaal te bereiken is. Het gaat niet alleen om de groep en de muziek die gespeeld wordt. De sfeer is even belangrijk. Met andere woorden: één en één is drie.

Roger Glover staat op om zich naar de soundcheck te begeven. Daarbij legt hij er de nadruk op, dat hij zichzelf als deel van het geheel ziet. "Ik sta niet te spelen om mensen te laten zien hoe snel ik wel kan spelen, maar om te proberen om die mensen een goede avond te bezorgen. Ik hoef niet te bewijzen dat ik een briljante muzikant ben. Dat ik op het podium sta is zuiver toeval. Ik ben niets anders dan al die mensen die in de zaal zitten. Gewoon toeval."

J van E, Music Maker April 1980