Ritchie Blackmore

Rainbow geweldenaar Ritchie Blackmore stort zijn hart uit



IK HOU VAN ABBA OF IS DAAR MISSCHIEN WAT VERKEERD AAN?

Gitaargeweldenaar Ritchie Blackmore was voor een groot deel verantwoordelijk voor de keiharde rock 'n 'roll-suksessen van Deep Purple. Sedert 1975 is hij de bezieler van de hard-rock formatie Rainbow. De States zijn inmiddels ook platgegaan voor deze band, vooral dankzij de hitsingle (Since you've been gone). Blackmore en groep zijn binnenkort weer Europees aan het rondtoeren. Bij deze gelegenheid stortte de leider en lijder van de harde noten welwillend zijn hart aan Joepie uit.


LASTIGE JONGEN


Ritchie Blackmore heeft de reputatie van een moeilijke en onhandelbare jongen. Samenwerken met hem zou volgens velen een niet te overleven nachtmerrie zijn. Zanger Ronnie Dio en andere leden van de band ondervonden dit aan de levende lijve toen ze er meedogenloos uit werden gegooid. Het valt nochtans op, want tijdens ons gesprek toont Blackmore zich eerder een meegaand en openhartige persoonlijkheid. Het hart konstant op het puntje van de tong, ook wanneer hem enige verwijten naar het gekwelde hoofd worden gegooid. Maar hij heeft er nooit zijn nachtrust voor gelaten, zelfs niet toen men hem probeerde van zijn voetstuk te halen omdat hij met zijn hitsingle zijn artistieke ziel aan de business zou hebben verkocht.

"Ik vind 'Since you've been gone' een steengoed nummer en daarom nam ik het op", reageert hij rustig. "Overigens, niemand heeft mij te zeggen wat ik moet laten of doen". Blackmore, misschien niet de paus dan toch wel een van de kardinalen van de hard-rock, zorgt voor nog meer krasse uitspraken. Dat hij dol is op populaire hitmuziek, zal velen als heiligschennis in de oren klinken.

"Ik hou van die popdeuntjes", benadrukt hij zonder blikken of blozen. "Van Abba bv. kan ik erg genieten. Wat is daar verkeerd aan om dat toe te geven? Maar ik wil mezelf echter niet in een muzikaal keurslijf laten dwingen. Vandaar dat ik nogal eens anders reageer dan men verwacht. Telkens ik weet dat men naar mij komt kijken om me mijn gitaar weer es stuk te zien slaan, doe ik het gewoon niet. Ik vind het leuk om mensen kwaad bloed te zetten en aangezien velen me toch al haten, kan het moeilijk erger worden. Ik hou dus mijn imago van 'lastige jongen' in ere, wat ik in werkelijkheid ook ben."

Hij moet lachen, blijkbaar verrast door zoveel oprechtheid. "Weet je, ik neem het leven zeer ernstig, maar de ganse showbizz beschouw ik als een grote grap. Enkel klassieke muziek heeft een diepe betekenis. Ik speel enkel en alleen in een rockband omdat het tenslotte nog beter is dan wanneer ik moet werken. Wanneer ik klassieke musici hoor spelen, voel ik me steeds beschaamd om de onzin die ik zelf uitkraam. Toen ik 16 was, vond ik eerlijk gezegd ook niets aan klassiek. Nu echter voel ik me verplicht om de jeugd te overtuigen om klassieke muziek tenminste een kans te geven."


ROTTE JEUGD


"Op mijn elfde werd ik verliefd op de gitaar", vervolgt Blackmore. "Tommy Steele was toen mijn idool. Ik wou net zo vrij zijn als hem om te spelen en dansen. Voor de rest had ik een rotte jeugd. Ik haatte de school en de leraars. Telkens ik op het podium mijn gitaar verbrijzel, denk ik aan hen. Regelmatig was ik betrokken bij vechtpartijen, waardoor iedereen me op den duur vreesde. Men begon mij te mijden.

Op mijn vijftiende verliet ik de school. Ik kon niet langer wachten want ze konden me toch niets meer bijbrengen. En op mijn achttiende speelde ik in verscheidende groepen in Duitsland."


BOODSCHAP DE MIST IN


Na een tijd als radio-ingenieur op de Londense luchthaven te hebben gewerkt, ging Blackmore in 1968 bij Deep Purple spelen. De rockband die later één van de grootste rockklassiekers, 'Child in time', op zijn naam zou schrijven. "Het was een periode dat elk lid van de groep wat te evrtellen had", zegt Blackmore.

"Iedereen zei het echter tegelijkertijd en zodoende ging onze boodschap de mist in. Jon Lord wou steeds meer de klassieke richting in met grote simfonische orkesten en zo. Ik voelde me helemaal niet op mijn gemak met die musici, die ons minachtend behandelden. Onder mijn invloed ging Deep Purple de rocktoer op. Rond 1974 begin ik me te interesseren voor klassieke muziek. Bach en beethoven stonden nooit onder druk van platenmaatschappijen, ze komponeerden zonder inmenging van anderen. Ik zou in ieder geval hun stukken niet kunnen spelen, hetgeen me tussen haakjes flink frustreert. Mijn en ige troost is dat ik in de eerste plaats voor mezelf speel, waardoor ik kan geloven in mijn gitaarspel."


VECHTEN TEGEN VERVELING


Hoe staat Ritchie Blackmore tegenover platenmateriaal?

"Ik ben van mening dat rockbands nooit platen zouden mogen opnemen", zegt hij bitsig. "Ze zouden enkel live konserten moeten geven, die dan door de fans met een bandopnemer opgenomen worden. Alleen Queen maakt perfekt geprodjoeste albums. Na tien minuten in de studio ben ik de hele boel al beu. En daarna wordt het een zwaar gevecht tegen de verveling."

Waarom heeft zanger Ronnie Dio Rainbow eigenlijk verlaten?

"Als hij goed genoeg was geweest, had ie nog altijd in Rainbow gezeten", klinkt het vastberaden. "Let wel, ik vind Ronnie nog steeds een knap zanger, maar zijn bijdrage tot onze muziek werd op het einde te gering.

Hij werkte tegen, waarschijnlijk ook omdat hij niet voldoende op de voorgrond kon treden in Ritchie Blackmore's Rainbow. Ik wil de karrière van de ex-leden niet schaden. Maar ik wil toch nog even kwijt dat verschillende van hen drugs namen, waardoor ze tijdens konserten letterlijk stonden te slapen. Dat ging zo niet langer."



GITAREN IN DE PRAK


Rainbow bestaat op het ogenblik benevens de grootmeester, uit nieuwkomer Don Airey op keyboards, ex-Deep Purple bassist Roger Glover, veteraan-drummer Cozy Powell en zanger Graham Bonnet die uitstekende zangpartijen aflevert.

"Roger Glover komt voortdurend met een hoop frisse ideeën voor de dag", stelt Blackmore tevreden vast. "Ik ben tevens erg blij met Graham, die we na ellenlange ausities ontdekten. Het is nu helemaal gedaan met de huiveringwekkende valse noten die vroeger wel eens de kop opstaken."

Hoe ziet Ritchie Blackmore ten slotte zijn toekomst?

"Ik blijf op hetzelfde stramien verder werken. Sinds ik begon in de showbiz is er voor mij politiek, sociaal en muzikaal niets veranderd. Het is niet mijn bedoeling om een boodschap te brengen. Ik wil enkele sterke solo's spelen en af en toe een slechte gitaar in de prak slaan, meer niet."

Blackmore, die tegenwoordig rotsvast gelooft in 'geestesverruimende eksperimenten' zoals voodoo en hypnotisme, rondt af. "Ondanks alles ben ik een pessimistische realist. Als ik me down voel, kikkert het gitaarspel me op. Ik weiger echter met een papieren glimlach door het leven te fladderen. Want zeg nou eerlijk, zo mooi is het leven nou ook weer niet hè?"

Joepie - Januari 27, 1980

Thanks to Tonny Steenhagen for the scan